e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q003p plaats=Genk

Overzicht

Gevonden: 4982
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
eik eik: eek (Genk), ēk (Genk), -  eek (Genk), eikenboom: eekeboom (Genk), ekəbu:u̯m (Genk), -  eekeboom (Genk, ... ), ekeboom (Genk) eik [RND], [ZND 20 (1936)] || eikenboom [ZND 34 (1940)] III-4-3
eikel eikel: eekel (Genk, ... ), ekəls (Genk), ēkəl (Genk), -  eekele (Genk), ekele (Genk) eikel [ZND 34 (1940)] || eikels [RND] || eikels zoeken [ZND 20 (1936)] III-4-3
einde van de dienst schicht: schicht (Genk  [(Winterslag / Waterschei)]   [Eisden]) Uit de antwoorden blijkt dat men woordtypen als "einde schicht" en "eindsschicht" als synoniemen moet beschouwen. [N 95, 120; monogr.; N 95, 83] II-5
eindvoor in het midden zoe/zouw: zǫu̯ (Genk) De middenvoor is de laatste voor van een akker die men (met een enkele ploeg) uiteengeploegd heeft: de gemeenschappelijke eindvoor van de buitenwaarts geploegde akkerhelften. Een soortgelijke voor ontstaat ook tussen de delen van een op panden te ploegen akker. Naar gelang de omstandigheden ploegt men ofwel een brede of een diepe middenvoor, die als watervoor kan dienen, ofwel een smalle of een ondiepe voor, die desgewenst nog wordt dichtgesleept. Men zie ook het lemma de laatte voor ploegen onder A. Doorgaans heeft met name de niet-specifieke term voor alleen in dat verband de betekenis "middenvoor". [N 11, 55; N 11A, 121d; JG 1a + 1b; monogr.] I-1
ekster ekster: āēkster (Genk), eekster (Genk), ekster (Genk), eͅkstər (Genk), èkster (Genk), hannik: hannik (Genk), hennik (Genk), hanno: henno (Genk) ekster [Willems (1885)], [ZND 01 (1922)], [ZND 39 (1942)] III-4-1
eksteroog eksteroog: eĕksteroog (Genk), eksteroog (Genk) eksteroog (op de tenen, fr. cor) [ZND 19 (1936)] III-1-2
elastiek caoutchouc: kantšu (Genk), elastiek: elastek (Genk), elestik (Genk), rek: ręk (Genk) Band- of koordvormig stuk gummi. Elastiek komt voor als enkele draad of als gevlochten of geweven band, in verschillende breedten, en het kent vele toepassingen. [N 59, 42; N 62, 61; L 34, 86; MW; monogr.] II-7
elders, ergens anders aan wijders: oan wijers (Genk), ergens anders: erges aaners (Genk), ɛrgəs a.nərs (Genk), ieverans anders: ijvərs (anders) (Genk), in ander land: in aaner laan (Genk), in ander streek: in aaner strĭeĕk (Genk), op andere plek: op aaner plek (Genk) Overvloed. Hier vindt ge die planten niet, maar elders (ergens anders, ievers, ...) groeien ze in overvloed. [ZND 44 (1946)] III-4-4
elektriciteit elektriek: illetrik (Genk), ɛleͅtrik (Genk) electriciteit [ZND 34 (1940)] III-2-1
elektrische centrale centrale électrique: sɛntral elɛktrik (Genk  [(Winterslag / Waterschei)]   [Maurits]) [N 95, 21] II-5