e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q003p plaats=Genk

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
iemands overlijden aanzeggen uitnoden: znd 32, 71;  outnîe (Genk) de buren en kennissen op iemands begrafenis uitnodigen [ZND 32 (1939)] III-2-2
ijken ijken: ikə (Genk) De gewichten ijken"(de gewichten van de winkeliers nazien of ze nog juist zijn). [ZND 36 (1941)] III-3-1
ijlen raaskallen: roaskalle (Genk) Ijlen: door koorts verward, onsamenhangend spreken (ijlen, bazelen, raaskallen, baageren, dolen). [N 107 (2001)] III-1-2
ijsbaan slibberbaan: slebərbōͅn (Genk) Kinderen maken op de sneeuw of het ijs wel een gladde baan, door er telkens en achter elkaar overheen te glijden. Hoe noemt men deze baan in uw dialect? [DC 44 (1969)] III-3-2
ijspegel ijskinkel: ijskinkel (Genk), kinkel: kinkel (Genk) ijskegel [ZND 36 (1941)] || ijskegel, ijspegel III-4-4
ijver ijver: hɛi hɛd vɛul iver (Genk), iehver (Genk), vroom: he ⁄s vroom (Genk) Hij heeft veel ijver. [ZND 36 (1941)] || ijver III-1-4
ijverig vroom: vroom (Genk) zeer werkzaam, zeer ijverig III-1-4
ijzel, bevroren neerslag ijzel: ēͅzəl (Genk), ijsel (Genk) ijzel [ZND 36 (1941)] III-4-4
ijzelen ijzelen: het ijzelt (Genk, ... ) ijzelen [ZND 01 (1922)], [ZND 36 (1941)] III-4-4
ijzeren eg ijzeren [eg]: ęi̯.zǝrǝ [eg] (Genk) De drie- of vierhoekige eg waarvan zowel het geraamte als de tanden van ijzer waren; zie afb. 55 en 56. Waar zulk een eg als onkruideg en/of als zaadeg diende, is vermeld in de betrokken lemmata verderop. De vorm die de ijzeren eg ter plaatse kon hebben, is hieronder voorgesteld door de tekens ‚àÜ en vierkant. Voor ''eg'' en ''eg'' zie men de toelichting bij het lemma ''eg''.' [JG 1a + 1b add.; N 11, 70 + 71 + 72 add.; N 11A, 161; N J, 10; A 13, 16b; monogr.] I-2