e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q003p plaats=Genk

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kaarten bijnemen bijnemen: bijneme (Genk) kaarten bijnemen [rafelen, fretten] [N 112 (2006)] III-3-2
kaarten voor geld tuisen: tuise (Genk) kaartspelen voor geld [tuisen] [N 112 (2006)] III-3-2
kaas kaas: kīēs (Genk) kaas [RND] III-2-3
kaasjeskruid broodjeskruid: briedjeskroud (Genk), kaasjeskruid: kiskǝskrǫu̯t (Genk), kattekaasjeskruid: katǝkīǝskǝskrǫu̯t (Genk), kattekazenkruid: katǝkiǝzǝkrǫu̯t (Genk), kattenkaasjeskruid: kattekiehskeskroud (Genk), algemeen  kattekiehskeskroud (Genk) kaasjeskruid || kaaskruid || Malva L. Een vrij algemeen voorkomende struikachtige plant met langgesteelde bladeren, bloemen in groepen van twee of meer in de bladoksels en vruchtjes in de vorm van een plat kaasje. Het grote kaasjeskruid (Malva sylvestris L.), dat veel in bermen voorkomt, wordt tot meer dan 1 meter hoog en heeft roze of lichtpaarse bloemen en een ruwbehaarde stengel. Het kleine kaasjeskruid (Malva neglecta Wallr.), dat 40 cm groot wordt, komt meestal liggend voor bij boerderijen en aan wegranden en heeft rozerode, soms ook witte bloemen. De bloei duurt van juni tot september. [A 52, 10a en 10b; monogr.] I-5, III-4-3
kaatsbal snapbal: snapbal (Genk) Bal om te snappen. III-3-2
kaatsen met de bal spelen: mɛtə ba.l tə spi:ələ (Genk), snappen: (1. AN snappen.)  snappe (Genk) 2. Balspel voor kinderen. || kaatsen [RND] III-3-2
kaatsen (ballen) ballen: balle (Genk) met een bal spelen [ballen, bollen, tossen] [N 112 (2006)] III-3-2
kabelbreuk kabel gebroken: kābǝl gǝbrōkǝ (Genk  [(Winterslag / Waterschei)]   [Maurits]) [N 95, 90; monogr.] II-5
kabouter kaboutermannetje: kabotermenneke (Genk), keboutermenneke (Genk), kaboutertje: kebouterke (Genk) Een kabouter (klein mannetje uit de sprookjes). [ZND 27 (1938)] III-3-3
kachel, stoof stoof: stōf (Genk, ... ) kachel || kachel, stoof [ZND 01 (1922)], [ZND 01 (1922)], [ZND 04 (1924)], [ZND 22 (1936)] III-2-1