e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q003p plaats=Genk

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lolly zabberstek: zabberstek (Genk) lolly III-2-3
lomp paard karhengst: kārhęŋst (Genk), lomperik: lo.mpǝrek (Genk) [JG 1a; N 8, 62h] I-9
long long: loŋə (Genk) De longen: a) van de mens [ZND 01u (1924)] III-1-1
lood inleggen zink rond de schouw zetten: zeŋk ront ˲dǝ šǫw zɛtǝ (Genk) Loden loketten in de voegen van het metselwerk aanbrengen. [N 32, 48b] II-9
loodgieter loodgieter: lūt˲gitǝr (Genk) Ambachtsman die vroeger vooral zink en blik bewerkte, loden buizen maakte en herstelde, dakgoten en regenpijpen plaatste en repareerde en, zo blijkt uit de antwoorden van de zegslieden, soms ook waterpompen aanlegde. Tegenwoordig installeert en repareert hij vooral sanitaire installaties en verwarmingstoestellen. Zie ook het lemma "zinkbewerker". Het woord pompenmaker werd in Venray (L 210) en omstreken ook gebruikt als benaming voor een koperslager. Zie ook het lemma "koperslager". [N 64, 161a; L 34, 17a-b; monogr.] II-11
loods hangar: hangar (Genk  [(Winterslag / Waterschei)]   [Eisden]) Algemene benaming voor een gebouw waar materialen zoals machines (Q 121c) of stijlen (L 374) kunnen worden opgeslagen. [N 95, 11] II-5
loodzand loodzand: lutzant (Genk) De loodgrijze zandlaag onder de heizode. [N 27, 17] I-8
loonbak inschiet: inschiet (Genk) Deeg van brood en gebak dat aan huis is klaargemaakt en dat naar de bakker wordt gebracht om er brood of gebak van te laten bakken tegen een vergoeding. [N 29, 98; monogr.] II-1
loonkantoor, loonhal betaalzaal: betaalzaal (Genk  [(Winterslag / Waterschei)]   [Eisden]), bureau salaire: bureau salaire (Genk  [(Winterslag / Waterschei)]   [Zwartberg, Waterschei]) Plaats waar het loon uitbetaald wordt. [N 95, 28; N 95, 977] II-5
loop van een geweer loop: de leep van e gewier (Genk), leep van n gewier (Genk) De loop van een geweer [ZND 30 (1939)] III-3-1