e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q003p plaats=Genk

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mug mug: maĕg (Genk) mug [Willems (1885)] III-4-2
muik mouting: moeting (Genk) meuk, plaats waar een muik vruchten ligt te moetingen III-2-3
muilband snuitband: snǫ.wt˱bá.nt (Genk  [(mv -bān)]  ) Brede, ijzeren band om het uiteinde van de naaf die voorkomt dat er aarde en modder op het aseinde terechtkomt. De muilband heeft soms een rechthoekig uitgekapte opening die afgedekt wordt met een klepje. Door de opening kan men de luns uit de as trekken zodat het wiel van de as kan worden verwijderd, bijvoorbeeld wanneer de as gesmeerd moet worden. Zie ook afb. 214. [N G, 43c; N 17, 60a; JG 1a; JG 1b; Vld.; div.] II-11
muilkorf voor kalveren muntel: mintǝl (Genk) De muilkorf voor kalveren die geen hooi mogen vreten. [N 3A, 14e] I-11
muilpeer dadel, enz.): moulpēͅr (Genk), muilpeer: maulpeir (Genk) een muilpeer (geef gelijkbeteekenende woorden: oorvijg [ZND 01u (1924)] || hoe heet een slag op de kaak ? Geef aan welke woorden gemeenzaam of plat zijn. [ZND 36 (1941)] III-1-2
muiltje slof: gesloten o  slofə (Genk) Muiltje. Thuis dragen veel mensen in plaats van schoenen pantoffels of muilen. De eerste hebben wel, de andere geen opstaande achterkant. Hoe noemt men die zonder achterkant? [DC 44 (1969)] III-1-3
muis muis: mous (Genk), mōūës (Genk) muis [Willems (1885)] III-4-2
muizen muizen: mouwze (Genk) de katten muizen [ZND 31 (1939)] III-2-1
mulle grond molachtige grond: molɛxtǝgǝ grǫnt (Genk), moude: (Genk), mǫu̯w (Genk) Droge losse grond, zonder kluiten. [N 27, 37a; monogr.] I-8
muts: algemeen muts: mets (Genk), cfr. pots.  mèts (Genk), Oude vrouwenkapsel.  mits (Genk), myts (Genk), pots: pots (Genk), Alpin.  puts (Genk) muts zonder klep || muts, hoofddeksel zonder klep of stijve rand [klots, koetsj, pars] [N 25 (1964)] || muts, inz. een vrouwenmuts || pet, muts, klak [RND] III-1-3