e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q003p plaats=Genk

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
snede van het blad van de zeis waat: wǭ.t (Genk) De scherpe snijdende binnenzijde van het blad van de zeis. Zie afbeelding 5, nummer 4. Bedoeld is hier de algemene benaming voor de snijkant van de zeis. In sommige gebieden, met name in enkele dorpen tussen het waat-gebied (in het noorden van Belgisch Limburg) en het snede-gebied (in het zuiden ervan) wordt onderscheid gemaakt tussen de eigenlijke snede en het haarpad: de smalle rand die bij het haren op het zeisblad wordt geslagen en waarvan de snede het uiteinde vormt. Zie voor deze laatste het volgende lemma: ''haardpad''. Wanneer er meer dan één variant voor een plaats was opgegeven, is bij voorkeur het materiaal van de mondelinge enquêtes in gebracht.' [N 18, 68d; JG 1a, 1b, 2c; add. uit N 17, 100; monogr.] I-3
snee brood kant: verklw. kèntsje  kant (Genk), snee brood: snī brut (Genk) een snede brood [ZND 06 (1924)] || snede brood III-2-3
sneeuwbal sneeuwbal: Ook snijbal.  sniebal (Genk), Sub sniebal, (1).  snijbal (Genk) 1. Sneeuwbal. || Sneeuwbal. III-3-2
sneeuwbes pitsertje: -  petserkəs (Genk) sneeuwbes (Symphoricarpus racemosus) [DC 56 (1981)] III-4-3
sneeuwen sneeuwen: snouwə (Genk, ... ) sneeuwen [ZND 04 (1924)], [ZND 07 (1924)] III-4-4
sneeuwklokje sneeuwklokje: ben niet zeker of dit wel dialect is  sniklekskə (Genk) sneeuwklokje [DC 56 (1981)] III-4-3
sneeuwman sneeuwman: snieman (Genk) Sneeuwman. III-3-2
sneeuwx sneeuw: snī (Genk, ... ), snīē (Genk) sneeuw [RND], [ZND 04 (1924)], [ZND 07 (1924)] III-4-4
snel, vlug vlot: vlōt (Genk) vlug [Lk 01 (1953)] III-4-4
sneltrein blok: nə bloͅk (Genk) Sneltrein. [ZND 35 (1941)] III-3-1