e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q003p plaats=Genk

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
stiklucht stiklucht: stiklucht (Genk  [(Winterslag / Waterschei)]   [Maurits]) Een mengsel van stikstof en koolzuurgas. [N 95, 231; monogr.] II-5
stiksteek achtersteek: achtersteek (Genk) Fijne, rechte steek. De stiksteek verbindt twee delen aan elkaar. Hij is een achtersteek, die van boven één steeklengte terug en van onderen steeds twee steeklengtes voorwaarts wordt gestoken. De steken volgen elkaar met onzichtbare tussenruimtes op. Zie afb. 32. [N 59, 54; N 62, 9; N 62, 16a; L 31, 46] II-7
stikzijde stikzij(de): stekzęj (Genk) Zijdegaren om mee te stikken of te naaien. [N 59, 7c; N 59, 7a; N 62, 57] II-7
stille regen fiezel: fiehzel (Genk) zeer zachte regen, zeer kleine vlokjes sneeuw III-4-4
stilstaan hou: hǭu̯ (Genk), ju(j): jȳ (Genk), prrr: pr̄ (Genk  [(enkel bij pony''s)]  ) Voermansroep om het paard te doen stilstaan. [JG 1b; N 8, 95e en 96; L B 2, 257; L 36, 81e; monogr.] I-10
stinken stinken: stinkst (Genk) Stinken: een vieze reuk van zich geven (stinken, rieken, ruiken , muffen) [N 108 (2001)] III-1-1
stinkende gouwe wrattenkruid: frattekroud (Genk), vrattekroud (Genk), -  vrattekroud (Genk) wratkruid || wrattenkruid III-4-3
stobbe stobbe: stob (Genk) Stronk van een gekapte boom die met het wortelstelsel nog in de grond zit. [N 50, 7e; N 75, 87c; A 45, 35; N 16, add.; monogr.] II-12
stoel stoel: stoel (Genk  [(Winterslag / Waterschei)]   [Maurits]), mv. stil  stul (Genk) Console waarop de draagrollen van een transportband zijn bevestigd. [N 95, 637; N 95, 641] || stoel II-5, III-2-1
stoep stoep: stŏĕp (Genk), trottoir: tròtwaar (Genk) stoep, trottoir; hoe noemt men in uw woonplaats de stoep of het trottoir langs een straat? [DC 47 (1972)] III-3-1