18226 |
versleten |
schabbig:
schebbig (Q003p Genk),
versleten:
verslette (Q003p Genk),
verslieete (Q003p Genk),
versliete (Q003p Genk),
versliēte (Q003p Genk)
|
Versleten. Door lang gebruik stuk gegaan, niet meer bruikbaar, gezegd van een kledingstuk [versleten, sleets, schabbig, kaal] [N 114 (2002)] || verslijten, versleet, versleten (volt.deelw.) [ZND 25 (1937)]
III-1-3
|
19179 |
verstandig |
raisonnable (fr.):
rezenoabel (Q003p Genk),
verstandig:
verstennig (Q003p Genk)
|
verstandig || verstandig, oordeelkundig
III-1-4
|
17625 |
verstandskies |
wijsheidstand:
weisheitstant (Q003p Genk),
weͅisətstant (Q003p Genk),
wijsheidstand (Q003p Genk)
|
een dikke tand; indien er twee verschillende woorden bestaan, de beide woorden opgeven voor: een dikke tand geheel achter in de mond [ZND 29 (1938)] || verstandskies (wijsheidstand) [N 10b (1961)] || Verstandskies, wijsheidstand [N 106 (2001)]
III-1-1
|
32057 |
verstek |
verstek:
vǝrstē̜k (Q003p Genk)
|
Hoekverbinding waarbij de uiteinden van de twee delen onder een hoek van 450 tegen elkaar staan. Daardoor is op de buitenhoek geen kopshout zichtbaar. Zie ook afb. 143. [N 53, 203a; monogr.]
II-12
|
28430 |
verstevigingsspijlen |
korfstekker:
kɛrfstɛkǝr (Q003p Genk)
|
Spijlen die door de korf worden gestoken ter versteviging en ondersteuning van de ratenbouw. Enkele stroringen onder de kop steekt de imker een stuk of drie spijlen loodrecht op de kopspijlen en een stuk lager weer een drietal, terwijl enkele ringen boven de onderkant nog eens een paar spijlen komen. De spijlen zijn doorgaans van sporkehout of de vuilboom gemaakt maar er zijn er ook van wilge-, esse-, populiere-, beuke- en notehout. [N 63, 6b; N 63, 5e; N 63, 6c; Ge 37,14]
II-6
|
22349 |
verstoppertje spelen |
piepjeverbergen:
Of verstèèke.
piepke verbaerge (Q003p Genk),
potje-stamp:
pottekestamp (Q003p Genk),
versteken:
Sub piepke verbaerge.
verstèèke (Q003p Genk),
verstekertje spelen:
verstekertje spielen (Q003p Genk),
verstékerke spiehle (Q003p Genk),
/
verstekerke spiele (Q003p Genk),
verstèèkerke spieële/ (Q003p Genk),
verstékerke spiehle (Q003p Genk),
verstoppertje spelen:
verstopperke (Q003p Genk),
/
verstopperke (Q003p Genk, ...
Q003p Genk)
|
/ [SND (2006)] || Lievelingsspel 3. [SND (2006)] || Lievelingsspel 4. [SND (2006)] || verstoppertje spelen [SND (2006)] || Verstoppertje spelen.
III-3-2
|
22973 |
verstoppertje spelen add. |
dooskloppen:
doehs kloppe : een doos werd op de grond geplaatst;Iedereen ging zich verstoppen op een man na.Die moest dan gaan zoeken.De kunst was de doos weg te schoppen door een verstekeling eer de zoeker bij de doos was.lukte dat niet dan werd hij de zoeker enz.
doehs kloppe (Q003p Genk)
|
Wetenswaardigheden. [SND (2006)]
III-3-2
|
28666 |
versuikeren |
kristalliseren:
krestalisērǝ (Q003p Genk),
versokkeren:
vǝrsokǝrǝ (Q003p Genk)
|
Hard worden van de honing of het kristalliseren van honing: het overgaan van vloeibare vorm naar vaste. Dan is hij versuikerd. Voor de consumptie is versuikerde of gekristalliseerde honing niet minder geschikt dan de vloeibare. Hieruit blijkt dat de honing niet is verhit. [N 63, 118; Ge 37, 182; monogr.]
II-6
|
34290 |
vertuieren |
hertuieren:
hɛrtø̜i̯rǝn (Q003p Genk),
hɛrtęi̯ǝrǝ (Q003p Genk),
ɛrtęi̯ǝrǝn (Q003p Genk),
tuieren:
tii̯ǝrǝ (Q003p Genk)
|
Het verplaatsen van het vee, telkens wanneer een stuk wei is afgegraasd. [L 40, 21b; monogr.]
I-11
|
28523 |
vervliegen |
zich vervliegen:
zich vervliegen (Q003p Genk)
|
In een verkeerde korf of kast vliegen. Door verschillende factoren kunnen zowel de koningin als de werksters als de darren naar de verkeerde korf of kast vliegen. [N 63, 36b]
II-6
|