34170 |
kalven |
kalven:
kalvǝ (Q003p Genk),
kalvǝn (Q003p Genk),
kalǝvǝ (Q003p Genk)
|
Een kalf ter wereld brengen, gezegd van de koe. [JG 1a, 1b; N 3A, 46; S 16; L 1a-m; monogr.]
I-11
|
33352 |
kalverhokje, kalverbak |
kalverbak:
[kalver]bák (Q003p Genk)
|
In de koe- of de kalverstal kunnen een of meer kalveren vetgemest of alleen maar gestald worden in een speciaal daarvoor bestemde kooi, kist, bak of box, of gewoon achter een plank in een hoek van de stal. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel (kalver-) het lemma "kalverstal" (2.2.3). [N 5A, 45a; monogr.]
I-6
|
34224 |
kalverjuk |
juk:
juǝk (Q003p Genk)
|
Driehoekig raam om de nek van een kalf. [N 3A, 14f]
I-11
|
33351 |
kalverstal |
kalverstal:
kalǝvǝr[stal] (Q003p Genk)
|
De stal of de ruimte in de koestal waar de kalveren staan. Meestal is er geen afzonderlijke ruimte als kalverstal; de kalveren staan in een hoek van de koestal en deze hoek voor de kalveren wordt "kalverstal" genoemd. Vandaar dat n.a.v. de vraag "kalverstal" voor L 213, 248, 298, 381b, 386, Q 1, 113 en 202 koestal en voor L 270, 312, Q 34 en 102 stal werd opgegeven. Er zijn voor de kalverstal ook wel benamingen in gebruik, waaruit de leeftijd van de kalveren spreekt. Voor opgaven die een voor een kalf bestemde kist, bak, kooi e.d. betreffen, zie men het lemma "kalverhokje, kalverbak" (2.2.4). Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel (stal) het lemma "stal" (2.1.2). Zie ook de plattegronden in paragraaf 1.2. [A 10, 9b; L 38, 25; monogr.; add. uit N 5A, 45a en 47b]
I-6
|
18725 |
kam |
kam:
kam - kemə (Q003p Genk),
kamp - kem (Q003p Genk, ...
Q003p Genk)
|
kam (enkelvoud - meervoud) [ZND 27 (1938)]
III-1-3
|
22729 |
kameel |
kameel:
kameel (Q003p Genk)
|
kameel: Hoe noemt u in uw dialect het grote zoogdier dat twee bulten op de rug heeft en in de woestijn leeft? [N 100 (1997)]
III-3-2
|
19694 |
kamer |
kamer:
kōͅmər (Q003p Genk)
|
kamer
III-2-1
|
18638 |
kamizool |
kamizool (<fr.):
kammezool (Q003p Genk),
vor mannen
kaməzo.l (Q003p Genk)
|
kamizool (jakje met mouwen) || kamizool, in de betekenis van soort kledingstuk; betekenis/uitspraak [N 25 (1964)]
III-1-3
|
18724 |
kammen |
kammen:
keme (Q003p Genk),
kemmen (Q003p Genk),
këmme (Q003p Genk)
|
kammen [ZND 27 (1938)]
III-1-3
|
22336 |
kampen |
kavelen:
koavele (Q003p Genk)
|
Bij gelijkspel (bóf) wordt er gekaveld in het kaartspel.
III-3-2
|