28904 |
kragenblok |
kraagblok:
kraagblok (Q003p Genk)
|
Voor het strijken van de kraag gebruikt men het kragenblok. Het kragenblok dient ook voor het inpersen van borststukken, het gladmaken van korte vlakten en het platpersen van kleine naden (Gerritse, pag. 34). De informant van L 417 zegt de kragen op de tafel te strijken. De informant van Q 83 vermeldt dat het heel lang geleden is dat hij een kragenblok heeft zien gebruiken. Er bestaan alleen houten kragenblokken. Zie ook het lemma ɛpersplankɛ.' [N 59, 19e]
II-7
|
32239 |
kram voor de steunhouten van het hoogsel |
klam:
klam (Q003p Genk)
|
Elk van de U-vormige krammen aan de zijkant van de zijwand van een karbak, waarin de steunhouten van het hoogsel gestoken kunnen worden. [JG, 1a]
II-12
|
21340 |
kramer |
kramer:
gaan afzonderlijk met een klein gespan de dorpen af
kramer (Q003p Genk)
|
Kramer. [ZND 36 (1941)]
III-3-1
|
33896 |
krampig |
kramptrekker:
kra.mptrękǝr (Q003p Genk)
|
Gezegd van een paard dat kramp in de benen heeft. Vooral als de paarden een tijdje gestaan hebben, zijn ze erg stijf in de achterpoten. Het paard gaat als een haan. Zie ook het lemma ''hanetred'' (7.29). [N 8, 94c]
I-9
|
27868 |
krans, afslagmijnen |
buitenste mijnen:
buitenste mijnen (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]),
buitenste zijmijnen:
buitenste zijmijnen (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
[Winterslag, Waterschei]),
kantmijnen:
kantmenǝn (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]),
kopmijnen:
kǫpmenǝn (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]),
vrijstaande mijnen:
vrijstaande mijnen (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
[Zwartberg, Waterschei])
|
De buitenste ring of ringen van schoten van een schietfront. In dit lemma is een onderverdeling gemaakt in: A. algemene benamingen voor de buitenste ring of ringen van schoten; B. kransschoten of afslagmijnen die aan de bovenzijde van het front zijn aangebracht; C. kransschoten of afslagmijnen die aan de zijkant van het front zijn aangebracht; D. kransschoten die in de buurt van het vloergesteente zijn aangebracht. Door het feit dat er in de vragenlijst N 95 geen onderscheid is gemaakt tussen vloerschoten en kopschoten van een krans en de gelijknamige schoten die worden geboord bij het schieten van de stok, zijn een aantal woordtypen en varianten uit de groepen B. en D. mogelijk ook van toepassing op de boorgaten van het schietfront van een galerij. [N 95, 434; N 95, 436; N 95, 437; N 95, 438; N 95, 431; monogr.; Vwo 51; Vwo 52; Vwo 189; Vwo 271; Vwo 279; Vwo 452; Vwo 455; Vwo 520; Vwo 521; Vwo 559; Vwo 649; Vwo 751; Vwo 756; Vwo 836]
II-5
|
21342 |
krant |
gazet (<fr.):
kəzət (Q003p Genk)
|
krant [ZND 17 (1935)]
III-3-1
|
25034 |
krassen |
bekretsen:
bəkretse (Q003p Genk),
schrapen:
šrɛpə (Q003p Genk),
strepen maken:
ps. deels omgespeld volgens Grootaers.
stre:pə [mōͅkə (Q003p Genk)
|
krassen [ZND 01 (1922)]
III-4-4
|
21031 |
kreeft |
kreeft:
krāēëft (Q003p Genk),
ook in ZND 28, 048
krēf (Q003p Genk)
|
kreeft [Willems (1885)], [ZND 01 (1922)]
III-2-3
|
24339 |
krekel |
krekel:
kriekel (Q003p Genk)
|
krekel [Willems (1885)]
III-4-2
|
20707 |
krentenbrood |
kramik:
verzamelfiche ook mat. van ZND 1 (a-m)
krameͅk (Q003p Genk),
krentenbrood:
verzamelfiche ook mat. van ZND 1 (a-m)
krentebroet (Q003p Genk),
krɛntəbrut (Q003p Genk),
krentenmik:
krèntemik (Q003p Genk),
verzamelfiche ook mat. van ZND 1 (a-m)
krēͅntĕmeͅk (Q003p Genk),
krəntəmik (Q003p Genk),
krentenmikje:
krentemikske (Q003p Genk),
rozijnenmik:
verzamelfiche ook mat. van ZND 1 (a-m)
rozeinəmik (Q003p Genk),
vliegenmik:
verzamelfiche ook mat. van ZND 1 (a-m)
vligəmik (Q003p Genk)
|
brood waarin krenten gebakken worden [N 29 (1967)] || krentenbrood [ZND 28 (1938)]
III-2-3
|