18224 |
kreukel |
kronkel:
krinkel (Q003p Genk),
valse plooi:
valse ploeië (Q003p Genk)
|
Kreukel. Ongewenste, valse vouw of plooi in een kledingstuk [kreukel, fronsel, valse plooi, kneuker, freutel] [N 114 (2002)] || valse plooi
III-1-3
|
18223 |
kreukelen |
kronkelen:
krinkele (Q003p Genk),
verfrommelen:
vərfro.məlt (Q003p Genk)
|
Hoe noemt men het wanneer een kleed dat niet past, zich in plooien zet ? [ZND 32 (1939)] || valse plooien krijgen
III-1-3
|
17994 |
kreunen van de pijn |
jammeren:
jiemmert (Q003p Genk),
jimmərə (Q003p Genk),
jimərt (Q003p Genk),
kermen:
kērmt (Q003p Genk),
kreunen:
krijnt (Q003p Genk)
|
hij kreunt van de pijn [ZND 28 (1938)]
III-1-2
|
33910 |
kreupel zijn |
(een) lamme:
lǭ.mǝ (Q003p Genk)
|
[JG 1a; N 8, 62k en 94f]
I-9
|
33831 |
kribbebijter |
kribbebijter:
krebǝbęi̯tǝr (Q003p Genk)
|
Nerveus paard dat met de snijtanden in de kribbe of op een ander hard voorwerp bijt, de lucht hoorbaar naar binnen zuigt en kreunt. Dit leidt dikwijls tot indigestie. Een kribbebijter is te herkennen aan de sterke afslijting van de wrijfvlakken, vooral aan de voorrand der snijtanden. Een kribbebijter zuigt wel lucht op; het woord is echter geen synoniem van windzuiger (4.4.5). [JG 1a, 1b; A 48A, 41b; N 8, 62o en 84f; add. uit N 52]
I-9
|
22351 |
krijgertje spelen |
schelm en politie spelen:
/
sjelm en pelis (Q003p Genk),
tikkertje spelen:
/
tikkerke (Q003p Genk),
tikkertje (Q003p Genk),
vangen-en-verlossen spelen:
vangen en verlossen spelen (Q003p Genk),
vangertje spelen:
vangerke (Q003p Genk),
vangerke spiele (Q003p Genk),
/
vangerke (Q003p Genk, ...
Q003p Genk),
vangerke spiehle (Q003p Genk),
vangerke spiele (Q003p Genk),
vangerke/ (Q003p Genk),
vangertje (Q003p Genk),
vangertje spelen (Q003p Genk)
|
/ [SND (2006)] || ? [SND (2006)] || Lievelingsspel 3. [SND (2006)] || schelm en politie [SND (2006)] || vangen [SND (2006)] || vangertje [SND (2006)] || Ze spelen krijgertje, ... katje enz.: het kinderspel waarbij een kind de andere naloopt en ze tracht te raken. [ZND 36 (1941)]
III-3-2
|
21501 |
krijt |
krijt:
e stek wit krijt (Q003p Genk, ...
Q003p Genk)
|
Een stuk wit krijt. [ZND 37 (1941)]
III-3-1
|
28127 |
krimpen |
krimpen:
krimpen (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
[Maurits])
|
Gezegd van het dak, wanneer het afbrokkelt. [N 95, 490]
II-5
|
17861 |
krioelen |
wriemelen:
wriemelen (Q003p Genk)
|
Krioelen: zich in alle richtingen dooreen bewegen (krioelen, kriemelen, wriemelen, friemelen, wemelen) [N 108 (2001)]
III-1-2
|
18071 |
kroep |
kroep:
krop (Q003p Genk)
|
Kroep: ontsteking van het strottehoofd en de luchtpijp die door afzettingen op het slijmvlies gevaar van verstikking met zich meebrengt (kroep, krop, pip). [N 107 (2001)]
III-1-2
|