e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Genk

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kreukel kronkel: krinkel (Genk), valse plooi: valse ploeië (Genk) Kreukel. Ongewenste, valse vouw of plooi in een kledingstuk [kreukel, fronsel, valse plooi, kneuker, freutel] [N 114 (2002)] || valse plooi III-1-3
kreukelen kronkelen: krinkele (Genk), verfrommelen: vərfro.məlt (Genk) Hoe noemt men het wanneer een kleed dat niet past, zich in plooien zet ? [ZND 32 (1939)] || valse plooien krijgen III-1-3
kreunen van de pijn jammeren: jiemmert (Genk), jimmərə (Genk), jimərt (Genk), kermen: kērmt (Genk), kreunen: krijnt (Genk) hij kreunt van de pijn [ZND 28 (1938)] III-1-2
kreupel zijn (een) lamme: lǭ.mǝ (Genk) [JG 1a; N 8, 62k en 94f] I-9
kribbebijter kribbebijter: krebǝbęi̯tǝr (Genk) Nerveus paard dat met de snijtanden in de kribbe of op een ander hard voorwerp bijt, de lucht hoorbaar naar binnen zuigt en kreunt. Dit leidt dikwijls tot indigestie. Een kribbebijter is te herkennen aan de sterke afslijting van de wrijfvlakken, vooral aan de voorrand der snijtanden. Een kribbebijter zuigt wel lucht op; het woord is echter geen synoniem van windzuiger (4.4.5). [JG 1a, 1b; A 48A, 41b; N 8, 62o en 84f; add. uit N 52] I-9
krijgertje spelen schelm en politie spelen: /  sjelm en pelis (Genk), tikkertje spelen: /  tikkerke (Genk), tikkertje (Genk), vangen-en-verlossen spelen: vangen en verlossen spelen (Genk), vangertje spelen: vangerke (Genk), vangerke spiele (Genk), /  vangerke (Genk, ... ), vangerke spiehle (Genk), vangerke spiele (Genk), vangerke/ (Genk), vangertje (Genk), vangertje spelen (Genk) / [SND (2006)] || ? [SND (2006)] || Lievelingsspel 3. [SND (2006)] || schelm en politie [SND (2006)] || vangen [SND (2006)] || vangertje [SND (2006)] || Ze spelen krijgertje, ... katje enz.: het kinderspel waarbij een kind de andere naloopt en ze tracht te raken. [ZND 36 (1941)] III-3-2
krijt krijt: e stek wit krijt (Genk, ... ) Een stuk wit krijt. [ZND 37 (1941)] III-3-1
krimpen krimpen: krimpen (Genk  [(Winterslag / Waterschei)]   [Maurits]) Gezegd van het dak, wanneer het afbrokkelt. [N 95, 490] II-5
krioelen wriemelen: wriemelen (Genk) Krioelen: zich in alle richtingen dooreen bewegen (krioelen, kriemelen, wriemelen, friemelen, wemelen) [N 108 (2001)] III-1-2
kroep kroep: krop (Genk) Kroep: ontsteking van het strottehoofd en de luchtpijp die door afzettingen op het slijmvlies gevaar van verstikking met zich meebrengt (kroep, krop, pip). [N 107 (2001)] III-1-2