19105 |
kwezel |
kwezel:
wat en kwieëzel (Q003p Genk),
wat ne kwiezel (Q003p Genk),
wat ən kwi: zəl (Q003p Genk)
|
Wat een kwezel! [ZND 29 (1938)]
III-3-3
|
17692 |
kwijl |
zever:
zééver (Q003p Genk)
|
Kwijl: uit de mond lopend speeksel (zever, kwijl). [N 106 (2001)]
III-1-1
|
19980 |
kwispelstaarten |
kwispelen:
kwispələ (Q003p Genk),
kwɛspələ (Q003p Genk)
|
kwispelstaarten [ZND 29 (1938)]
III-2-1
|
28277 |
laadbak |
schudbak:
sxøtbak (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
[Domaniale]),
schudtafel:
sxøttāfǝl (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
[Willem-Sophia]),
trémie/trimouye:
tręmuj (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden])
|
Vaste of schuddende laadbak onder aan een pijlervoet of onder een wentelgoot, die wordt gebruikt om mijnwagens met ontgonnen gesteente te vullen. In de mijnen van Winterslag en Waterschei maakt men volgens de invuller uit Q 3 een verschil tussen enerzijds de "schudbak" die zich aan de voet van de pijler bevindt, en anderzijds de "trimouye" en de "schudtafel" die aan het uiteinde van de wentelgoot zijn bevestigd. [N 95A, 3; monogr.; N 95, add.; Vwo 458; Vwo 459; Vwo 774; Vwo 786; Vwo 796]
II-5
|
28273 |
laadplaats |
chargement:
chargement (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
[Zwartberg, Eisden])
|
De ondergrondse ruimte naast de schacht waar de mijnwagens op de kooi worden geduwd. [N 95, 690; monogr.; N 95A, 3; N 95, 178]
II-5
|
28275 |
laadpunt |
chargement:
chargement (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
[Zwartberg, Eisden])
|
De plaats waar de mijnwagens ondergronds geladen worden. [monogr.; N 95, 690; N 95, 691; Vwo 21; Vwo 462; N 95, 178]
II-5
|
27368 |
laadstok |
laadstok:
lājstok (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
[Maurits])
|
Ronde houten stok waarmee de schiethouwer of schietmeester de patronen in het schietgat duwt. De stok is van hout omdat een metalen laadstok vonken zou kunnen voortbrengen en op deze wijze de lading vroegtijdig zou kunnen doen ontploffen. [N 95, 406; monogr.; Vwo 176; Vwo 178; Vwo 463]
II-5
|
27890 |
laadwagen |
ijzeren maneuver:
ijzeren maneuver (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
[Zwartberg, Waterschei]),
laadwagen:
lājwāgǝ (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
[Emma])
|
Mechanisch aangedreven machine waarmee bij de aanleg van steengangen en galerijen de losgeschoten of losgehakte stenen in mijnwagens kunnen worden geladen. De woordtypen "eimco" (Q 35), "eimcowagen" (Q 121) en "sullivan" (Q 121) hebben betrekking op laadwagens, genoemd naar de fabrikant. [N 95, 830; N 95, 833; N 95, 834; monogr.; div.; Vwo 388; Vwo 389; Vwo 460; Vwo 695]
II-5
|
24925 |
laag grond |
laag:
lo:g (Q003p Genk),
loog (Q003p Genk)
|
laag (znw.) [ZND 29 (1938)]
III-4-4
|
33081 |
laag schoven op de wagen |
ringsel:
reŋsǝl (Q003p Genk)
|
Zie de toelichting bij het lemma ''tasser op de wagen'' (5.1.5). Voorkop is de laag op de naar voren uitstekende ladder boven het paard. [N 15, 42; JG 1a, 1b, 1c, 2c; monogr.]
I-4
|