19125 |
leugen |
leugen:
[ontrondingsgebied: leugen -> liegen]
dad es ’n liĕĕge (Q003p Genk)
|
Dat is een leugen. [ZND 37 (1941)]
III-3-1
|
19383 |
leunstoel |
leunstoel:
lēͅnstōl (Q003p Genk, ...
Q003p Genk),
zetel:
zēͅtəl (Q003p Genk, ...
Q003p Genk)
|
een leuningstoel [ZND 30 (1939)] || leuningstoel [ZND 01 (1922)]
III-2-1
|
21341 |
leurder |
bedelaar:
bèdelèr (Q003p Genk),
bɛdəlɛr (Q003p Genk),
leurder:
lerder (Q003p Genk),
leurder (Q003p Genk),
léúrdər (Q003p Genk),
rondloper:
rondlōper (Q003p Genk),
schooier:
šu‧ər (Q003p Genk),
tjokker:
?WNT: tjokken (II), Onomatopee. Stooten, schokken, stampen.
tsjoeker (Q003p Genk),
tjoktjok:
?WNT: tjokken (II), Onomatopee. Stooten, schokken, stampen.
tsjoek tsjoek (Q003p Genk),
Noord-Afrikaan
tchok-tchok (Q003p Genk)
|
een venter (die van deur tot deur waren verkoopt) [ZND 28 (1938)] || leurder; Hoe werd de man genoemd die dat deed? [DC 48 (1973)]
III-3-1
|
21431 |
leuren |
leuren:
léúrə (Q003p Genk)
|
leuren; Kent u een oud woord voor te voet met de handelswaar langs de huizen gaan van deur tot deur zoals bijvoorbeeld marskramers en ketellappers deden? [DC 48 (1973)]
III-3-1
|
20198 |
leven |
leven:
znd 34, 82a;
lééve (Q003p Genk)
|
leven; op het einde van zijn leven [ZND 34 (1940)]
III-2-2
|
20188 |
leven (zn) |
leven:
laeve (Q003p Genk),
lève (Q003p Genk),
lééve (Q003p Genk, ...
Q003p Genk)
|
leven; in de fleur van zijn leven [ZND 35 (1941)] || leven; op het einde van zijn leven [ZND 34]
III-2-2
|
17568 |
levend vlees onder de huid |
leven, het -:
ət levə (Q003p Genk)
|
levend vlees onder de huid [t leeve] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
17697 |
lever |
lever:
levər (Q003p Genk)
|
lever [leevert, lijver, livvere] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
34418 |
leverbotziekte, distomatose |
leverbot:
leverbot (Q003p Genk)
|
Leverbotziekte, veroorzaakt door een platworm die leeft in de galgangen van de lever, vooral van runderen en schapen. [N 52, 31; N 19, 69; N 77, 64; A 48, 46; A 32, 15b]
I-12
|
21002 |
leverpastei |
leverpat:
lēͅ.vərpətē (Q003p Genk)
|
fijn gehakte, gekookte, gekruide en in een vorm gegoten lever [Goossens 1a (1955)]
III-2-3
|