24352 |
mier |
miermet:
mirmɛt (Q003p Genk),
moemet:
moehmet (Q003p Genk),
moemet (Q003p Genk, ...
Q003p Genk),
mōēmet (Q003p Genk)
|
mier [Willems (1885)] || mier [zeikdemp(el), -lem, -meik, -diem, -worm, -mier, moer-, muurzeiker, aomzeiksel, aomezeik] [N 26 (1964)] || mier. De algemene benaming? [N102 (1998)]
III-4-2
|
24423 |
mierenei |
miermetteneitje:
mirmətəne.kə (dim.) (Q003p Genk),
moemettenei:
moehmetteëer (Q003p Genk)
|
mierenei [zeekmoejerseike] [N 26 (1964)] || miereneieren
III-4-2
|
24424 |
mierenhoop |
miermettennest:
mirmətənest (Q003p Genk),
moemettenhoop:
moehmettenhoop (Q003p Genk)
|
mierenhoop || mierennest [zeekmoejersnest] [N 26 (1964)]
III-4-2
|
27655 |
mijnarts |
dokter van de put:
dokter van de put (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
[Zwartberg])
|
Op alle mijnen kende men een modern ingerichte verbandkamer. Onder leiding van een mijn- of bedrijfsarts werd hier voor geneeskundige behandeling gezorgd. [N 95, 952]
II-5
|
28200 |
mijnbrand |
mijnbrand:
mijnbrand (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
Brand in het ondergrondse gedeelte van een mijn. [N 95, 232]
II-5
|
27676 |
mijnemplacement |
terrein van de mijn:
terrein van de mijn (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
[Emma, Hendrik, Wilhelmina])
|
Het gehele mijnterrein bovengronds. [N 95,3]
II-5
|
27310 |
mijngas |
mijngas:
męjngās (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
Een kleurloos, reukloos en smaakloos gas dat lichter is dan lucht, in bepaalde concentratie met lucht brandbaar of ontplofbaar en bij grote hoeveelheden verstikkend. Mijngas bevindt zich in de kool, het dak- en vloergesteente van de laag en in spleten en scheuren van het gesteente (MBK IV pag. 25). De term "gas" wordt in de Belgische mijnen slechts sporadisch gebruikt (Vanwonterghem pag. 114). [N 95, 229; monogr.; Vwo 336; Vwo 348]
II-5
|
28199 |
mijngasontploffing |
mijngasontploffing:
mijngasontploffing (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
[Julia])
|
Een ontploffing van mijngas. [N 95, 235; monogr.]
II-5
|
27554 |
mijnhorloge |
puthorloge:
puthorloge (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
[Eisden]),
putklok:
putklok (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
[Eisden])
|
[N 95, 67]
II-5
|
27704 |
mijnhoutterrein |
mijnhoutterrein:
mijnhoutterrein (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
[Maurits]),
puthoutterein:
puthoutterein (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
Terrein waar het hout ligt dat nodig is om de mijngangen te ondersteunen. [N 95, 36; monogr.]
II-5
|