28579 |
optissen |
zoemen:
zoemen (Q003p Genk)
|
Het maken van geluid door de bijen als men de korf of kast opent. [N 63, 72]
II-6
|
29980 |
optopper |
verlengingspaal:
vǝrlɛŋeŋspǭl (Q003p Genk)
|
Houten paal waarmee de staander wordt verlengd. De optoppers worden met touwen aan de staanders vastgebonden en rusten op houten klossen die op de staanders zijn bevestigd. Zie ook afb. 19. [N 32, 5b]
II-9
|
34000 |
optuigen |
aandoen:
ǭ.ndū.n (Q003p Genk)
|
Een trekpaard van het nodige trektuig voorzien. Men zet het hoofdstel op het hoofd van het paard, plaatst het haam om zijn nek, legt het schoftzadel op zijn rug en doet het achterhaam aan. Tenslotte gespt men de verschillende delen aan elkaar. [JG 1b; N 8, 97a; monogr.]
I-10
|
28004 |
opvangen |
een calage tegenbouwen:
een calage tegenbouwen (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
[Winterslag, Waterschei]),
een calage tegenzetten:
een calage tegenzetten (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]),
opvangen:
opvangen (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
[Maurits])
|
Loszittende gesteentelagen in het dak niet wegnemen, maar ondersteunen. Het woordtype "(een) spits voortrekken" (L 374, L 426, L 433, Q 15, Q 21, Q 113) duidt een manier van ondersteunen aan waarbij men een halfhout met het ene uiteinde op de bestaande ondersteuning bevestigt en onder het andere einde een stijl plaatst. [N 95, 899; N 95, 892; N 95, 367; monogr.; N 95, 575; Vwo 2; Vwo 471]
II-5
|
27609 |
opvuldienst |
post die stape maakt:
post die stape maakt (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
[Eisden]),
stapemakers:
stapemakers (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
[Emma, Maurits])
|
In Nederland de dienst, in Belgiē de post die zorgt voor het opvullen van het ontgonnen pand. [N 95, 546; monogr.; Vwo 846; Vwo 850]
II-5
|
28104 |
opvullen |
stape maken:
stape maken (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
[Zwartberg, Eisden]),
steen injagen:
steen injagen (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
[Eisden])
|
Een ontkoold pand met stenen en/of zand opvullen. [N 95, 541; N 95, 542; N 95, 543; N 95, 555; monogr.; Vwo 731; Vwo 732; Vwo 847]
II-5
|
28105 |
opvulling, opvulmateriaal |
stenen:
stenen (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
Het materinal waarmee de door de koolwinning ontstane lege ruimten worden opgevuld. [N 95, 540; N 95, 543; N 95, 103; N 95, 104; monogr.; Vwo 135; Vwo 419; Vwo 533; Vwo 730; Vwo 848]
II-5
|
28109 |
opvulpand |
stuk waar ze stape maken:
stuk waar ze stape maken (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
[Domaniale])
|
Het ontkoolde pand van een pijler dat moet worden opgevuld met stenen en/of zand. [N 95, 561; monogr.; N 95, 524; Vwo 730; Vwo 849]
II-5
|
28101 |
opvulpijler |
taille waar stape gemaakt wordt:
taille waar stape gemaakt wordt (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
[Emma, Maurits])
|
Pijler waarvan het ontkoolde gedeelte wordt opgevuld door middel van van elders aangevoerde stenen. Dit opvullen kan zowel met de hand als mechanisch gebeuren (zie ook het lemma Blaaspijler). [N 95, 539; monogr.]
II-5
|
19037 |
opzettelijk |
expres:
ook materiaal znd 1a-
espres (Q003p Genk)
|
opzettelijk [ZND 23 (1937)]
III-1-4
|