e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Genk

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pannen hangen provisoir leggen: prōvizwār lɛgǝ (Genk) De dakpannen voorlopig leggen om het gebouw zo vlug mogelijk waterdicht te maken. Dit werk volgens de invuller uit L 210 vaak door de huiseigenaar zelf gedaan. Later werden de pannen door een dakdekker op de goede plaats gelegd. Hij haalde daartoe aan een zijkant van het dak drie rijen voorlopig gelegde pannen af. Vervolgens werden twee rijen definitief gelegd. De derde rij gebruikte hij steeds om te staan. [N 32, 47a] II-9
pannen poppen poppen: popǝ (Genk) De voegen tussen dakpannen met behulp van stropoppen afdichten. Het woordtype 'poppen' werd in L 210 en omgeving ook gebruikt voor ø̄het fabriceren van bosjes stro voor het dekken van oude dakenø̄. [monogr.; N 32, 44d] II-9
pannen voegen het dak dichtmaken: ǝt ˲dǭk˱ dexmǭkǝ (Genk) De naden tussen de pannen door middel van de pannenstrijker met mortel aansmeren. Zie ook het lemma 'Pannenstrijker'. [N 32, 48a] II-9
pannenkoek bloemkoek: bloomkook (Genk), koekenbak: simpele eierkoek  kukəbak (Genk), pannenkoek: pannekoek (Genk), pannekuk (Genk), pannenkoek (Genk) pannenkoek [ZND 40 (1942)] III-2-3
pannenkoekenbeslag beslag: besloag (Genk) deeg voor pannenkoek III-2-3
pannenlap pannenlap: panəlap (Genk) lap waarmee men hete voorwerpen van het vuur neemt (kwezel) [N 20 (zj)] III-2-1
pannentang trektang: trɛktaŋ (Genk) Lange nijptang waarmee de dakdekker stukken van pannen afknipt wanneer ze aan het ondereinde een schuine richting moeten hebben. Zie ook afb. 76. [N 30, 17; monogr.] II-9
pantoffel slof: ne slof (Genk), sloef (Genk), slof (Genk, ... ), sloffen (Genk), slóf (Genk), ənə slof (Genk), ’n sloof (Genk), gesloten o  slofə (Genk), slofje: kleine zomerpantoffels  slifkes (Genk) pantoffel [ZND 40 (1942)] || Pantoffel. Thuis dragen veel mensen in plaats van schoenen pantoffels of muilen. De eerste hebben wel, de andere geen opstaande achterkant. Hoe noemt men in uw dialect die met een opstaande achterkant? [DC 44 (1969)] || slof || Slof, een paar sloffen. Bedoeld worden ruime pantoffels van ruwe stof (zelfkant) zonder of met neergetrapt achterstuk (fr. chaussons de lisière) [ZND 48 (1954)] III-1-3
papier papier: pepīr (Genk) papier frommelen, verfrommelen [ZND 35 (1941)] III-3-1
paraplu paraplu: een paraplu (Genk), eͅx heͅm mənə parəply(3)̄ eͅn də stōšē lotə st‧uən (Genk), i chem minĕ perblie en de staotie lŏte stŏeĕn (Genk), ix hɛ̝p mənə paraply ɛ̝ndə sto.si lo̝tə stu.ən (Genk), nən parapliə (Genk), paralu (Genk), paraplu (Genk, ... ), ənə peͅrbli (Genk), Fr. parapluie.  perblie (Genk) paraplu [ZND 40 (1942)] || Paraplu. Ik heb mijn paraplu in het station laten staan. [ZND 46 (1946)] || regenscherm III-1-3