28898 |
passpiegel |
passpiegel:
passpigǝl (Q003p Genk)
|
Grote spiegel waarin men zich helemaal kan zien, ten voeten uit. [N 59, 34]
II-7
|
33561 |
pastinaak |
pastenaken:
pastenōͅkə (Q003p Genk)
|
pastinaak [ZND 05 (1924)]
I-7
|
23237 |
pastoor |
pastoor (<lat.):
pəstu:ər (Q003p Genk)
|
pastoor [RND]
III-3-3
|
20685 |
patates frites |
friet:
frit (Q003p Genk),
frieten:
frittə (Q003p Genk, ...
Q003p Genk)
|
de staafjes aardappel die in vet gebakken en ook wel in zakjes verkocht worden? [DC 46 (1971)] || friet
III-2-3
|
23296 |
pater |
pater (lat.):
poͅ.ətər (Q003p Genk)
|
pater [RND]
III-3-3
|
24223 |
patrijs |
patrijs:
petrēīzz (Q003p Genk),
petrijs (Q003p Genk)
|
patrijs [Willems (1885)]
III-4-1
|
23284 |
patroonheilige, kerkpatroon |
patroon (<fr.):
ənə pətrijn (Q003p Genk),
1) heilige (m)
patroen (Q003p Genk),
1) patroen
patroon (Q003p Genk),
heilige (m)
nə pətrun (Q003p Genk),
patroen (Q003p Genk),
kogel voor jachtgeweer
patroen (Q003p Genk),
ook drie betekenissen en in alle drie mannelijk
z. toel. (Q003p Genk),
v. een hoofd (vr.)
patroeēn (Q003p Genk)
|
Een patroon: uitspraak. [ZND 40 (1942)] || In het Nederlands heeft patroon drie betekenissen: een heilige, een model (bij naaisters) en een baas; welke heeft het in uw dialect en welk geslacht heeft het in elk van die betekenissen? [ZND 40 (1942)]
III-3-3
|
28941 |
patroontekenen |
sjabloon tekenen:
sjabloon tekenen (Q003p Genk)
|
Het zelf tekenen op papier van een knippatroon met de juiste maten en verhoudingen. [N 59, 48b]
II-7
|
23285 |
paus |
paus:
de paes (Q003p Genk),
de poos (Q003p Genk, ...
Q003p Genk),
de pooəs (Q003p Genk),
de pues (Q003p Genk),
paus (Q003p Genk),
pius (Q003p Genk),
de au-klank is de oude uitspraak
de paus (Q003p Genk)
|
De paus. [ZND 40 (1942)]
III-3-3
|
34561 |
pauwenstaart |
pauwstaart:
postart (Q003p Genk)
|
I-12
|