28208 |
stof binden |
calcium gooien:
calcium gooien (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
[Laura, Julia])
|
Stof kan heel makkelijk opdwarrelen bijvoorbeeld tijdens het personenverkeer. Om dit te verhinderen besproeit men steengangen, galerijen en laadplaatsen. Daarnaast wordt op daarvoor in aanmerking komende plaatsen een laagje calciumchloride op de vloer gestrooid (MBK IV pag. 60). De calciumchloridevlokken nemen water uit de ventilatielucht op, vervloeien en houden de vloer en het zich daarop bevindende stof vochtig, zodat het niet meer kan opdwarrelen. [N 95, 772]
II-5
|
19659 |
stofblik |
palet:
pallet (Q003p Genk),
pelet (Q003p Genk)
|
Hoe noemt u het stoffer en blik samen? [N105 (2000)] || stofblik [ZND 21 (1936)]
III-2-1
|
27819 |
stofbrij |
steenslam:
stēnšlam (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
[Laura, Julia])
|
Boorstof dat bij het boren met waterspoeling zich met het spoelwater bindt tot een brij. [N 95, 780]
II-5
|
27542 |
stofbril |
micabril:
micabril (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
[Emma, Maurits])
|
Wanneer men werkzaamheden verricht waarbij de kans bestaat dat men iets in het oog krijgt, is een stofbril of veiligheidsbril voorgeschreven. Zulke werkzaamheden zijn o.a. slopen, slijpen, blazend vullen en schoonblazen met perslucht. [N 95, 886]
II-5
|
19503 |
stofdoek |
stofdoek:
stōͅf˂dōk (Q003p Genk),
stoflap:
stoͅflap (Q003p Genk)
|
een stuk doek dat gebruikt wordt om meubels af te stoffen [ZND 34 (1940)]
III-2-1
|
28203 |
stofgrendel, stofbarriere |
schistgrendel:
sxestgrɛndǝl (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
[Zwartberg, Waterschei]),
schistplank:
(mv)
sxestplaŋkǝ (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
[Winterslag, Waterschei])
|
Een aantal omklapbare planken, bevestigd aan de kappen van de ondersteuning van een mijngang, waarop een hoeveelheid steenstof of mergelstof is aangebracht. In geval van een mijngas- of kolenstofontploffīng worden de steenstofgrendels door de luchtdruk omvergeworpen en het steenstof, dat dan naar beneden valt en opdwarrelt, vormt een stof gordijn waarin de steekvlam, die achter de luchtdruk aankomt, wordt verstikt. [N 95, 238; N 95, 239; monogr.]
II-5
|
28210 |
stofmasker |
stofmasker:
stofmasker (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
[Maurits])
|
Masker dat tegen stof beschermt. Als men de stofmaskers op de voorgeschreven wijze gebruikte, boden ze afdoende bescherming. Er werd naar gestreefd maskers aan te schaffen die de hoogst mogelijke bescherming boden en daarbij de gebruikers toch zo weinig mogelijk last bezorgden (MBK IV pag. 48). Volgens Lochtman (pag. 43) zijn stofmaskers geschikt voor het personeel van mechanische pijlers, maar voor lichamelijk hardwerkende mensen zijn ze dat niet. [N 95, 774]
II-5
|
28202 |
stofontploffing |
koolstofexplosie:
koolstofexplosie (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
[Domaniale])
|
Explosie van een mengsel van kolenstof en lucht. De invuller uit Q 15 merkt op dat een kolenstofexplosie niet spontaan gebeurde, maar werd veroorzaakt of veroorzaakt kon worden door een voorafgaande ontploffing, hetzij een mijngasontploffing, hetzij een niet goed uitgevoerde ontploffing van springstof of dynamiet. [N 95, 233]
II-5
|
20306 |
stok of twijg om een kind te straffen |
roede:
roei (Q003p Genk),
wis:
znd 23, 60c;
wis (Q003p Genk)
|
roede, stok || stok of twijg om iemand te straffen [ZND 23 (1937)]
III-2-2
|
19559 |
stolp |
globe (fr.):
glōb (Q003p Genk),
kaasstolp:
kiəsstoͅlp (Q003p Genk)
|
kaasstolp [N 20 (zj)] || stolp
III-2-1
|