28397 |
cokes |
cokes:
koks (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
[Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik])
|
Brandbaar produkt dat overblijft wanneer steenkool door droge destillatie van haar vluchtige bestanddelen wordt ontdaan. [N 95, 469]
II-5
|
27719 |
cokesfabriek |
cokesfabriek:
kǫksfabrik (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
[Emma])
|
Bedrijfsgedeelte van een steenkoolmijn of hoogoven waar cokes geproduceerd worden. De informant van Q 111 vermeldt dat deze fabriek niet voorkwam op de Oranje-Nassaumijnen. Ditzelfde gold voor de mijn van Zolder, aldus de zegsman van K 361. Het woordtype "ammoniakfabriek" werd vroeger in Q 21 gebruikt voor het Stikstofbindingsbedrijf, het chemisch bedrijf van de Staatsmijnen. [N 95, 15]
II-5
|
27720 |
cokesovens |
cokesovens:
(enk)
kǫksōvǝn (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
Op de cokesfabrieken werd de cokes bereid door de gewassen vette fijnkolen, de cokeskolen, in luchtdicht afgesloten ovenkamers sterk te verhitten. Alleen reeds op de cokesfabriek Maurits beschikte men over 564 van deze ovenkamers (Steenkool 1953 pag. 242). Deze ovens tezamen vormden een bijna één kilometer lange, meer dan 12 meter brede en ca. 7 meter hoge band. Door de cokeskolen sterk te verhitten, zonder dat lucht en vuur deze kunnen bereiken, ontleden zij. Er komen gassen en dampen vrij die uit de oven ontwijken en voor verdere bewerking worden afgevoerd; in de ovens blijft de cokes achter. [N 95, 109]
II-5
|
18522 |
colbert met twee rijen knopen |
dobbel rij:
dobbel rij (Q003p Genk),
tweerijer:
tweerijer (Q003p Genk)
|
een colbert met twee rijen knopen [N 59 (1973)]
III-1-3
|
18521 |
colbert met één rij knopen |
eenrijer:
eenrijer (Q003p Genk),
eenrijjas:
eenrij jas (Q003p Genk)
|
een colbert met een rij knopen [N 59 (1973)]
III-1-3
|
18518 |
colbertjasje |
jas:
jas (Q003p Genk),
pit:
piet (Q003p Genk),
veston (fr.):
veston (Q003p Genk)
|
het colbert [N 59 (1973)]
III-1-3
|
21224 |
compartiment |
compartiment (<fr.):
kompartement (Q003p Genk)
|
compartiment [N 102 (1998)]
III-3-1
|
27693 |
compressorhuis |
compresseurzaal:
kǫmprǝsø̄rzāl (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
[Eisden])
|
Plaats waar de compressoren staan die worden gebruikt voor het samenpersen van lucht. Volgens de informant uit Q 21 lagen in dit gebouw compressoren die met gas werden aangedreven, vandaar de naam "gascentrale". [N 95, 22]
II-5
|
30088 |
contrefort |
steunpilaster:
stø̄npɛlastǝr (Q003p Genk)
|
Vooruitspringende steunbeer of schraagpijler om het muurwerk te verstevigen en om eventuele druk van de tegengestelde kant, bijvoorbeeld veroorzaakt door de aanwezigheid van gewelven, weerstand te bieden. Zie ook afb. 31. In L 271 kende men steunberen die recht, schuin en trapsgewijze waren uitgevoerd. [N 31, 49; monogr.]
II-9
|
28070 |
controle door de opzichter |
toezicht:
toezicht (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
[Eisden])
|
[N 95, 130]
II-5
|