e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Gennep

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ijsberen de toeter krijgen: i.e. zenuwachtig beginnen te lopen.  d`n tüter kriege (Gennep) lopen, gaan; inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 10 (1961)] III-1-2
ijspegel ijspeem: iespeem (Gennep) ijskegel, ijspegel III-4-4
ijsvogel ijsvogel: iesvogel (Gennep) ijsvogel (16,5 schitterend blauwgroen boven, steenrood onder; vliegt snel over beek, sloot en langs ven; broedt in gat in steile over; vangt visjes; vrij zeldzaam [N 09 (1961)] III-4-1
ijver ijver: īēvər (Gennep) toewijding aan zijn werk [ijver, iever] [N 85 (1981)] III-1-4
ijverig ijverig: īēverig (Gennep) met ijver vervuld [ijverig, nijver, nijverig, noest, vlijtig, grif] [N 85 (1981)] III-1-4
ijzel, bevroren neerslag ijzel: hie.zel (Gennep) ijzel III-4-4
ijzelen ijzelen: hie.zele (Gennep), ie.zele (Gennep), iezele (Gennep) ijzelen [SGV (1914)] || ijzelen, bevriezen van neerslag III-4-4
ijzen groezelen: grōēzələ (Gennep) vervuld worden van afgrijzen, iets heel erg afschuwelijk vinden [ijzen, schruwen, grijzelen, grillen] [N 85 (1981)] III-1-4
ijzerbalk van de hollandse molen ijzerbalk: ijzerbalk (Gennep) De horizontale balk waarin bij de Hollandse molen het boveneinde van de koning draait. Zie ook het lemma ɛijzerbalkɛ.' [N O, 51g; N O, 29d; A 42A, 17] II-3
ijzeren drevels, deuvels bodempinnen: bǫjǝmpenǝ (Gennep) De tweepuntige stalen nagels waarmee de verschillende bodemplanken met elkaar verbonden worden. [N E, 38c] II-12