e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Gennep

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
introuwen inkruipen: ienkruupe (Gennep), introuwen: introwwe (Gennep) gaan inwonen, gaan samenwonen, introuwen || na het huwelijk gaan inwonen, introuwen III-2-2
inzet bij het spel pot: poͅt (Gennep) Het geheel van wat door elk van de spelers in een partijtje op het spel gezet is [pot, zaad, zwik]. [N 88 (1982)] III-3-2
inzetgat inloopgat: inlǭp˲gat (Gennep) Het gat in de ovenwand waarlangs de te bakken produkten in de oven worden geplaatst. [N 49, 71b; monogr.] II-8
inzouten zouten: zaalte (Gennep), zāltə (Gennep) zouten || zouten (mv.?) [SGV (1914)] III-2-3
jaarmarkt jaarmarkt: jaormèèrt (Gennep) de markt die elk jaar op een vaste tijd wordt gehouden [foor, jaarmarkt] [N 89 (1982)] III-3-1
jak jak: jak (Gennep, ... ) bovengedeelte van een japon; kort hesje || jak [SGV (1914)] III-1-3
jaloers afgunstig: afgunstig (Gennep), jaloers: jeloers (Gennep), sjaloers (Gennep) een andere om iets benijdend [jaloers, afgunstig] [N 85 (1981)] || jaloersch [SGV (1914)] III-1-4
jam jam: jam (Gennep), marmelade: màrmelààde (Gennep) jam; Hoe noemt U: Gelei van met suiker gekookte, fijngemaakte vruchten, om op de boterham te smeren (jam, confiture) [N 80 (1980)] III-2-3
jammer zonde: (de u is lang).  et is sunt (Gennep) jammer [zund] [N 07 (1961)] III-1-4
jan in de zak pofjan in de zak: Syst. Eijkman  pofjan īn də zak (Gennep) Koek die in een ketel met water gekookt is (broeder?) [N 16 (1962)] III-2-3