id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
17813 | komen | komen: kōmə (Gennep), kŏŏme (Gennep) | komen [RND], [SGV (1914)] III-1-2 |
19699 | komfoor | oliestel: ólisteͅl (Gennep) | petroleumtoestel III-2-1 |
20764 | komijnekaas | juddespek: jødəspɛk (Gennep), pitjeskaas: Syst. Eijkman petjəskēͅs (Gennep) | Komijnekaas (kantert, kemuuniekaas?) [N 16 (1962)] || komijnekaas (scherts) III-2-3 |
18826 | kommervol (zijn): kommer | veel zorgen en pijn: veul zörg en pien (Gennep) | vol leed en zorg [diepzinnig, kommervol] [N 85 (1981)] III-1-4 |
20005 | konijn | konijn: knie(.)nd (Gennep), knient (Gennep) | konijn [SGV (1914)] III-2-1 |
24322 | konijnenhol | hol met pijpen: WLD hôl mit pīēpə (Gennep) | Hoe noemt u het in de grond uitgegraven verblijf van een konijn (kneut, pijp, potje) [N 83 (1981)] III-4-2 |
21266 | koning | koning: koͅniŋ (Gennep), kŭnning (Gennep), kø̜neŋ (Gennep) | De zware staande as die bij de Hollandse molen de drijfkracht van de roeden overbrengt vanaf het aswiel via wieg of bovenbonkelaar en spoorwiel naar de rondsels van de staakijzers. Zie ook afb. 64.23. [N O, 50d; Sche 40; monogr.; A 42A, 14] || koning [RND], [SGV (1914)] II-3, III-3-1 |
22518 | koning en vrouw van een kleur in een hand | stuk: støk (Gennep) | Koning en vrouw van één kleur in één hand [stuk]. [N 88 (1982)] III-3-2 |
28400 | koningin | moer: mōr (Gennep), mūr (Gennep) | Het enige volmaakt vrouwelijke dier in een bijenkolonie. Geslachtelijk is de koningin gelijk aan de werkbij, maar in het larvestadium is de aanstaande koningin gevoed met hoogwaardige voedingsstoffen, de koninginnegelei, en de werkbij niet. In ieder volk is slechts één koningin aanwezig. Haar enige taak bestaat in het leggen van eieren. Zij kan bevruchte of onbevruchte eieren leggen. Uit de bevruchte eieren ontstaan werkbijen of eventueel koninginnen, uit de onbevruchte komen de darren. Een koningin kan een leeftijd van vier à vijf jaar bereiken. Is zij niet meer in staat eieren te leggen en daardoor nutteloos geworden voor de kolonie, dan wordt de oude koningin vervangen door een nieuwe. [N 63, 12d; S 3, L 1a-m; JG 1a + 1b; JG 2b-5, 12; R 3, 42; Ge 37, 37; A 9, 3; monogr.] II-6 |
26090 | koningpot | koningpot: koningpot (Gennep) | De pot op de draagbalk waar de pen van de onderkant van de koning in draait. [N O, 50l; N D, add.] II-3 |