e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Gennep

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
koster koster: k^ö:stər (Gennep) koster [RND] III-3-3
kostganger kostganger: kŏstgĕnger (Gennep) kostganger [SGV (1914)] III-3-1
kostschool kostschool: kostschol (Gennep) een school waar de leerlingen tevens voeding en huisvesting ontvangen [kostschool, pensionaat, interntaat] [N 90 (1982)] III-3-1
kotelet, ribstuk karbonade: karbonade (Gennep), kɛrmənōͅi̯ (Gennep), kɛrmənōͅt (Gennep), Syst. Eijkman  kɛrmənōͅi̯ (Gennep) Carbonade (krep, kermenaoj?) [N 16 (1962)] || gebraden varkensrib (karbonade) [DC 30 (1958)] || karbonade III-2-3
koud, mistig en somber weer donker (weer): doonker wêr (Gennep, ... ), mistig (weer): mistig (Gennep), mistig wéér (Gennep), schuiverig (weer): schūūvərig (Gennep) donker [~ weer] [SGV (1914)] || koud en mistig, gezegd van het weer [muur] [N 81 (1980)] || mist, gezegd van het weer [muur] [N 81 (1980)] || mistig weer [motlucht, moorweer, mokweer] [N 81 (1980)] || weer [donker ~] [SGV (1914)] III-4-4
koude drukte maken herrie maken om niks: hèrrie maakə um niks (Gennep) drukte maken voor niets [N 85 (1981)] III-1-4
koude noordenwind, bijs koude wind: ènne kalde wiend (Gennep) koude [een ~ wind] [SGV (1914)] III-4-4
kous met knoopjes slobsok: slóbzok (Gennep) slobkous (met knopen) III-1-3
kous: algemeen hoos: haos (Gennep), oud  hoas (Gennep), kous: kous (Gennep), jong  kous (Gennep), strump: stró.mp, strump (Gennep) Hoe noemt men de kous (de lange beenbedekking van den mensch)? [DC 09 (1940)] || kous [SGV (1914)] III-1-3
kousenband bindel: beendel (Gennep), bindel (Gennep), bé.ndel (Gennep) kouseband, sokophouder, jarretel || kousenband [N 07 (1961)] III-1-3