| 20434 |
begrafenismaal |
begrafeniskoffie:
begreffenniskoffie (L164p Gennep),
koffietafel:
koffietafel (L164p Gennep)
|
Is in uw omgeving het begrafenismaal bekend? Zoo ja, hoe noemt men het (groevenmaal, lijkmaal, grafmaal, uitigst, enz.)? [VC 03 (1937)]
III-2-2
|
| 20431 |
begraven |
begraven:
begraavə (L164p Gennep),
begraven (L164p Gennep)
|
een dode begraven [graven, zinken, begraven] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
| 18807 |
begrijpen |
begrijpen:
begriepə (L164p Gennep),
snappen:
snàppə (L164p Gennep)
|
het vermogen om iets te begrijpen [begrip, begrijp] [N 85 (1981)] || met het verstand vatten, begrijpen [kennen, omvatten, begrijpen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 18798 |
begrip, besef |
begrip:
begrĭĕp (L164p Gennep),
belul:
Dor hèdde gïj toch gèn belul van, bemoej ów d¯r nie mit
belul (L164p Gennep),
benul:
benul (L164p Gennep)
|
besef || besef (hij heeft er geen ~ van) [SGV (1914)] || een bewuste, duidelijke voorstelling [benul, belul, besef] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 22669 |
beiaard |
carillon (fr.):
karijoͅn (L164p Gennep)
|
Het geheel van zuiver gestemde klokken die door een klavier bespeeld kunnen worden [klokkenspel, beiaard, carillon]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
| 32737 |
beide panden van een uiteengeploegde akker |
zijkanten:
zei̯kãntǝ (L164p Gennep)
|
Het uiteenploegen van een akker levert, als men de keerstroken buiten beschouwing laat, twee even grote stroken op aan weerskanten van de eindvoor in het midden. Uiterlijk is er overeenkomst met het ploegen in panden. Voor deze, afzonderlijk te ploegen delen van een akker zie men echter het vorige lemma. [N 11, 54; N 11A, 121f]
I-1
|
| 22906 |
beieren |
beieren:
beieren (L164p Gennep)
|
Hoe zegt men : de klokken beieren?. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
| 31904 |
beitelarend |
pin:
pen (L164p Gennep)
|
Het spits uitlopende deel van het beitelblad dat in het beitelhecht wordt bevestigd. Zie ook afb. 63d. [N 53, 34e; L 45, 12b; A 14, 12b]
II-12
|
| 24301 |
bek |
muil:
moel (L164p Gennep),
WLD
mŏĕl (L164p Gennep)
|
Hoe noemt u de bek van een dier (muil, bakkes) [N 83 (1981)] || muil
III-4-2
|
| 21830 |
bekendmaken |
omroepen:
umrōēpə (L164p Gennep)
|
officiëel bekend maken [uitbellen, uitklinken, afkleppen] [N 87 (1981)]
III-3-1
|