33447 |
niet gehalveerde poortvleugel |
schuurdeur:
sxȳrdø̄r (L164p Gennep)
|
Een scharnierende poort bestaat meestal uit twee vertikaal verdeelde planken helften of vleugels. Bedoeld wordt een poortvleugel die niet zelf nog eens gehalveerd is. Zie voor dit laatste het lemma "gehalveerde poortvleugel" (4.1.7). Zie voor de fonetische documentatie van het woord (poort) het lemma "poort" (4.1.1). Zie ook afbeelding 18.c bij het lemma "poort" (4.1.1). [N 4A, 42a; monogr.]
I-6
|
30331 |
niet haaks |
schaloens:
sxaluns (L164p Gennep)
|
Niet zuiver rechthoekig, gezegd van bijvoorbeeld een werkstuk. [N 53, 199b; monogr.]
II-12
|
18220 |
niet passen |
niet passen:
(bijv. dén jas péést nie).
nie pàsse (L164p Gennep)
|
niet passen, gezegd van kledingstukken [pronsen, bolderen] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
20167 |
niet zindelijk |
boksenschijter:
boksə-(schaeter) (L164p Gennep),
boksenzeiker:
boksə-zeiker (L164p Gennep),
niet droog:
nie dreug (L164p Gennep),
niet droog zijn (L164p Gennep),
onzindelijk:
cf. VD s.v. "zindelijk"2. (in een bijz. toep.) de aandrang der natuurlijke behoeften beheersen; cf. VD s.v. "onzindelijk"= niet in de betekenis van de "natuurlijke behoeften niet beheersen". Ook niet te vinden bij het WNT in deze betekenis bij "onzindelijk
onzindelijk (L164p Gennep)
|
onzindelijk; de aandrang der natuurlijke behoeften niet beheersend; onzindelijk, gezegd van kinderen [N 86 (1981)]
III-2-2
|
18921 |
nietsnut |
lapzwans:
Dèn lapzwa.ns is nie vöruut te bra.nde
lapzwa.ns (L164p Gennep),
leegloper:
lèèglooper (L164p Gennep),
niksnut:
niksnut (L164p Gennep)
|
een persoon die tot niets deugt [leep, nietsnut, nietsnutter, nietsnutterik] [N 85 (1981)] || iemand die niets doet [druil, plod, patrak, loefer] [N 85 (1981)] || nietsnut
III-1-4
|
25172 |
nieuwe maan |
nieuw licht:
eerste of laatste kwartier van de maan
nij licht (L164p Gennep),
nieuwe maan:
ni-jə maon (L164p Gennep)
|
maan [donkere ~] [SGV (1914)] || schijngestalte van de maan: nieuwe maan [donkere maan] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
22319 |
nieuwjaar |
nieuwjaar:
Óp 1 jannewaorie gôn de kiender nèvve de deur nïjjaor winne: Zaoleg Nïjjaor, zien de pufferkes als gaor? [Met afbeelding].
nïjjaor (L164p Gennep)
|
Nieuwjaar.
III-3-2
|
19052 |
nieuws |
nieuws:
ni-js (L164p Gennep),
nijs (L164p Gennep)
|
een bericht over iets dat nog onbekend was [nets, nieuws] [N 85 (1981)] || nieuws [SGV (1914)]
III-3-1
|
19010 |
nieuwsgierig |
nieuwsgierig:
nijsgĭĕrig (L164p Gennep),
Vertèl ¯s ga.w, ge makt mien nïjsgierig Als d¯r ¯n brulleft is, stôn d¯r a.ltied nïjsgierige vrôllie ân de kèrk
nïjsgierig (L164p Gennep)
|
nieuwsgierig [SGV (1914)]
III-1-4
|
17724 |
nieuwsgierig kijken |
gaapmuilen:
gaapmoele (L164p Gennep)
|
kijken: nieuwsgierig kijken [blieke, spitsmoele] [N 10 (1961)]
III-1-1
|