21846 |
onbeschaafd |
lomp:
lomp (L164p Gennep),
loomp (L164p Gennep),
nut:
nut (L164p Gennep),
onbeschoft:
ónbeschóft (L164p Gennep)
|
ruw, niet beschaafd [lomp, loer, boers, onbeschoft, nut] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
21792 |
onbeschaamd |
frech (du.):
vrèk (L164p Gennep)
|
geen schaamtegevoel hebbend [ekstrant, onbeschaamd] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
25149 |
onbewolkt |
klaar:
klaor (L164p Gennep, ...
L164p Gennep),
klaar als de dag:
kloar as ten dag (L164p Gennep),
strak:
strak (L164p Gennep)
|
als [klaar ~ de dag] [SGV (1914)] || onverduisterd in licht, schijn of glans [helder, klaar, licht] [N 91 (1982)] || wolkenloos, zonder wolken, gezegd van de lucht [uitgekeerd, uitgeklaard, klaar] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
25092 |
onbruikbaar maken, verbruien |
verprutsen:
vərprutsə (L164p Gennep)
|
onbruikbaar maken, zijn waarde doen verliezen [verworden, verdraaien, begaaien, verbruien, bederven, verpeuteren, nonen, verballemonden] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
21857 |
onbruikbare voorraad |
rommel:
rómməl (L164p Gennep)
|
allerlei slechte en onbruikbare voorraad [breggel, plodder, bocht, bagage] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
18584 |
onderbroek |
onderboks:
underbóks (L164p Gennep),
ónderbóks (L164p Gennep)
|
onderbroek
III-1-3
|
32784 |
onderdelen van de kettingeg |
draaiers:
drɛ̄i̯ǝrs (L164p Gennep),
trekhaak:
trękhǭk (L164p Gennep)
|
Voor de betrokken onderdelen zie men ook de afb. 63 en 64. [N 11A, 163b + c + d; monogr.]
I-2
|
33450 |
onderdeur |
halve deur onder:
halǝvǝ dø̄r ōndǝr (L164p Gennep),
onderhelft:
ondǝrhęlǝft (L164p Gennep)
|
Het onderste deel van een gehalveerde poortvleugel is meer voor dagelijks gebruik, bedoeld om toegang te verlenen aan voetgangers en kleine voertuigen (karretjes) en om, in gesloten stand, aan vee de doorgang te beletten. In plaats van een onderdeur kan ook een kleine hekdeur van latten gebruikt worden. Zie ook afbeelding 18.e bij het lemma "poort" (4.1.1). [N 4A, 37c en 42d; monogr.]
I-6
|
24637 |
ondereinde van de stam |
voet:
WLD
vōēt (L164p Gennep)
|
Het dikke uiteinde van de stam, onderaan (voet, kont, gat, kop). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
18401 |
ondergoed |
ondergerei:
óndergrèj (L164p Gennep)
|
ondergoed
III-1-3
|