22842 |
pandverbeuren |
van wie is dit, van wie is dat:
[sic: i.e. willen we eens pandverbeuren]
wille w⁄is van wie is dit, van wie is dat (L164p Gennep)
|
pandverbeuren [SGV (1914)]
III-3-2
|
30223 |
panlatten |
panlatten:
panlatǝ (L164p Gennep)
|
De horizontale latten waarop de dakpannen worden gelegd. De panlatten worden met hun breedste zijde op het dakbeschot of op de kepers gespijkerd. De onderste panlat dient groter in doorsnede te zijn. Er wordt daar dan ook meestal een dubbele panlat aangebracht of een panlat op zijn kant. Dit laatste werd in Q 121c 'een daklat hoogkant' ('eŋ dāxlats hūxkaŋk'), in L 385 en Q 15 een 'panlat op zijn hoge kant' (L 385: 'panlat ǫp ˲zǝnǝ hōgǝ kanjt'; Q 15: 'panlat ǫp ˲zǝn huǝgǝ k'njt') en in K 353 'een panlat op zijn kant' ('ǝn pánlát up ˲zønǝ kãnt') genoemd. Zie ook afb. 49p en 83a. [N F, 32a; N 54, 179; N 54, 180a; N 54, 180b; N 4A, 14b; monogr.]
II-9
|
19434 |
pannen schuren |
schuren:
schuren (L164p Gennep),
sxūrə (L164p Gennep, ...
L164p Gennep)
|
metaal met behulp van water en zand of andere schurende middelen vlekvrij en glanzend maken [DC 15 (1947)] || Vlekvrij maken van b.v. pannen door te schuren b.v. met zand (schuren, schrobben) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
29931 |
pannenbier |
pannenbier:
panǝbīr (L164p Gennep),
richtbier:
rext˱bīr (L164p Gennep)
|
De drank, vaak bier, die bij het richtfeest wordt geschonken. [N 88, 184; monogr.]
II-9
|
20700 |
pannenkoek |
koek:
kūk (L164p Gennep),
Syst. Eijkman
kūk (L164p Gennep)
|
pannekoek || Pannekoek, heel in het algemeen (struif, flenske, koekebak?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
20699 |
pannenkoekenbeslag |
mengsel:
Syst. Eijkman
meŋsəl (L164p Gennep)
|
Beslag voor het bakken van pannekoeken (timper?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
19443 |
pannenlap |
tiesje:
tieske (L164p Gennep)
|
Lap om het strijkijzer aan te pakken (prous, kwezel, lapje) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
18295 |
pantoffel |
pantoffel:
pantoefel (L164p Gennep),
pantoeffels (L164p Gennep)
|
Hoe noemt men de pantoffels? [DC 09 (1940)] || pantoffel
III-1-3
|
20558 |
pap |
brij:
i + j
brij (L164p Gennep),
ij is i + j dit geldt voor de gehele pagina 5
brij (L164p Gennep),
pap:
pap (L164p Gennep),
achter de naam van de gekookte graansoort gòrte-, rieste-, griesmeel-
pàp (L164p Gennep),
Syst. Eijkman
pap (L164p Gennep)
|
brij [SGV (1914)] || brij; Hoe noemt U: Half vast, half vloeibaar gekookt gerecht van een heel of half gemalen graansoort (gort of meel) of rijst (brij, kwet, prol, pap) [N 80 (1980)] || pap [DC 35 (1963)] || Pap, heel in het algemeen [N 16 (1962)]
III-2-3
|
21126 |
papier |
papier:
papier (L164p Gennep)
|
papier [SGV (1914)]
III-3-1
|