e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Gennep

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
paraplu knirps (du.): knierps (Gennep), paraplu: pèrrepluuj (Gennep) paraplu III-1-3
parel parel: pèrl (Gennep), pèrrel (Gennep) parel [SGV (1914)] III-1-3
parelen kraaltjes: krèllekəs (Gennep) parelen; Hoe noemt U: Opstijgen van luchtbelletjes in drank (parelen, kriezelen, grinselen) [N 80 (1980)] III-2-3
parfum parfum: parfum (Gennep), párfŭŭm (Gennep) reukstof in geconcentreerde vorm [parfum, odeur] [N 86 (1981)] III-1-3
parlevinker parlevinker: parləvinkər (Gennep) het bootje van een koopman te water [parlevinker, ventjager] [N 90 (1982)] III-3-1
pas uit het ei gekomen kipje kuiken: kykǝ (Gennep) [N 19, 40b] I-12
pasfoto pasfoto: pàsfootoo (Gennep) de foto zoals op paspoorten en dergelijke legitimatiepapieren moet worden aangebracht [tiptopje] [N 90 (1982)] III-3-1
paspoort pas: pàs (Gennep), pás (Gennep) het bewijs van identiteit en toestemming om in het buitenland te mogen reizen [paspoort, pas] [N 90 (1982)] || het identiteitsbewijs door de regering aan een onderdaan verstrekt met het oog op een reis naar het buitenland [paspoort, pas] [N 90 (1982)] III-3-1
passen goed passen: gōēd pàssə (Gennep), passen: passen (Gennep) nauwkeurig sluiten, goed staan, gezegd van kleding [passen] [N 86 (1981)] III-1-3
pastoor pastoor (<lat.): pasto.r (Gennep) pastoor [RND] III-3-3