21206 |
prentbriefkaart |
aanzichtkaart:
anzĭĕgtkaort (L164p Gennep)
|
een briefkaart waarop aan een zijde een afbeelding is afgedrukt [prentbriefkaart, zichtkaart, kaartbrief] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
19333 |
pret, schik |
schik:
schik (L164p Gennep, ...
L164p Gennep),
wij hèbbe schik gehat (L164p Gennep)
|
[schik] wij hebben ~gehad [SGV (1914)] || een gevoel van vrolijkheid en blijdschap waaraan men duidelijk uiting geeft [plezier, pret, lol, schik] [N 85 (1981)] || schik [SGV (1914)]
III-1-4
|
19334 |
pretmaker |
grapjas:
gràpjàs (L164p Gennep)
|
de persoon die altijd zorgt voor vrolijkheid en pret [pallieter, kadul] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19335 |
prettig |
plezierig:
plezīērig (L164p Gennep),
Zöas hïj duut, da is nie é.rg plezierig ¯t Is nie plezierig wérke mit hum
plezierig (L164p Gennep)
|
aangenaam, plezierig || pret, genoegen verschaffend of veroorzakend; aangenaam [pertig, prettig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
20462 |
preuts |
fijn:
fĭĕn (L164p Gennep),
preuts:
preuts (L164p Gennep)
|
preuts; overzedig, gemaakt eerbaar [preuts, prude] [N 86 (1981)]
III-2-2
|
23326 |
priester |
geestelijke:
oud
gèsseleke (L164p Gennep)
|
priester [SGV (1914)]
III-3-3
|
23414 |
priesterkoor |
koor:
koor (L164p Gennep)
|
Het achter de communiebanken gelegen, verhoogde voorste deel van de kerk, waar het hoofdaltaar en de koorbanken zich bevinden [koor, koeër, hoogkoor, priesterkoor?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
22862 |
prijzen (mv.) |
prijzen:
pri.zə (L164p Gennep),
prìs (L164p Gennep)
|
prijzen (mv.) [RND]
III-3-2
|
33740 |
prikkeldraad |
pikdraad:
pekdrǭt (L164p Gennep)
|
Twee- of driedraads gevlochten ijzerdraad van scherpe punten voorzien waarmee men een weide of een stuk grond afspant. [N M, 6b; N M, 6a; L 40, 73; JG 1b; L 32, 45 add.; Vld.; Gwn 16, 11; A 25, 4f; A 25, 8 add.; monogr.]
I-8
|
22356 |
priktol |
peelloper:
pielleuper (L164p Gennep),
[sic] lange smalle tol
pieleuper (L164p Gennep),
smijttol:
NB smiete: smijten, gooien.
smiettol (L164p Gennep),
tol:
tol (L164p Gennep),
töl (L164p Gennep)
|
Haktol. || Lange, smalle werptol. || tol (speeltuig) [SGV (1914)] || Tol.
III-3-2
|