e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Gennep

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rundvleessoep rundsoep: Syst. Eijkman  rønsup (Gennep) Soep van rundvlees (rundsolf?) [N 16 (1962)] III-2-3
rups rups: rieps (Gennep), riĕps (Gennep), roeps (Gennep), ook wel  roeps (Gennep) rups [SGV (1914)] III-4-2
rusten rusten: röste (Gennep), uitrusten: ŭŭtrèùstə (Gennep) rusten [SGV (1914)] || Rusten: rust houden na arbeid of vermoeienis (schoven, schoften). [N 84 (1981)] III-1-2
rusthuis oudemannetjeshuis: aáldə mènnəkeshŭŭs (Gennep) een instelling waar oude mensen kunnen wonen en/of verzorgd worden [oude-mannenhuis, pekenshuis] [N 90 (1982)] III-3-1
ruw, hard ruw: rouw (Gennep, ... ) ruw [SGV (1914)] || zonder fijn gevoel, hard [rouw, ruw] [N 87 (1981)] III-3-1
ruw, ruig ruw: rouw (Gennep, ... ) ruig [SGV (1914)] || ruw [SGV (1914)] III-4-4
sabbelen sabbelen: sabbele (Gennep), zoebelen: zoebele (Gennep) sabbelen, bijv. op een grassprietje [sebbele, zabbere, zeewere] [N 10 (1961)] III-2-3
sacristie gerfkamer: oud  gärfkamer (Gennep), sacristie: sacristie (Gennep), jong  sakrestie (Gennep) gerfkamer [SGV (1914)] || Het tegen de kerk aangebouwde vertrek of gebouwtje, waar de priester en de dienaren zich voor de dienst gereedmaken [gerfkamer, sakristij, sacristie?]. [N 96A (1989)] III-3-3
salamander salamander: salamander (Gennep) salamander [DC 07 (1939)] III-4-2
salueren salueren (<fr.): salueren (Gennep) groeten van soldaten (salueren) [N 102 (1998)] III-3-1