e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Gennep

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verdienen verdienen: verdīēnə (Gennep) geld verdienen [bladen] [N 89 (1982)] III-3-1
verdieping verdieping: verdieping (Gennep) De verzamelnaam voor een horizontale laag in een huis tussen twee vloeren (verdieping, verdiep, stagie) [N 79 (1979)] III-2-1
verdord verdord: WLD  vərdòrt (Gennep) Uitgedroogd, dood, gezegd van planten en plantendelen (dor, verpieterd). [N 82 (1981)] III-4-3
verdriet; verdriet doen in de put zitten: ien də put zittə (Gennep), leed: leet (Gennep), cf. VD s.v. "I. smart"2. (form.) leed, verdriet, pijnlijke aandoening van het gemoed; cf. VD s.v. "II. leed"= verdriet, smart iemand aangedaan.  leet (Gennep), verdriet: verdrīēt (Gennep, ... ) een treurige stemming, zieleleed, kwelling van het gemoed, verdriet [trubbel, spijt, pijn, lijden, deer, vliem] [N 85 (1981)] || leed [SGV (1914)] || smart [SGV (1914)] || verdriet [SGV (1914)] III-1-4
verdrogen verzijen: (de koe) vǝrzējt (Gennep) Minder melk gaan geven wegens drachtigheid. [N 3A, 72a] I-11
verdwenen weg: wég (Gennep) Weg, verdwenen: niet meer ter plaatse aanwezig (weg, verdwenen, rits, foetsie). [N 84 (1981)] III-1-2
verf verf: vē̜rǝf (Gennep), vɛ̄rǝf (Gennep) Vloeibare substantie, gewoonlijk bestaande uit een poedervormige, kleurgevende stof en een bindmiddel. Verf wordt met behulp van een kwast, een roller of een spuit opgebracht, waarna zij in een harde laag opdroogt. [Wi 54; S 39; L A1, 82; N 67, 18a; monogr.] II-9
verfrommelen frommelen: froemelə (Gennep) Frommelen, verfrommelen: kreukels maken in bijv. een zakdoek (frommelen, fommelen, fronselen). [N 84 (1981)] III-1-2
vergaderen vergaderen: vergaadərə (Gennep), vergadere (Gennep) ter vergadering bijeengekomen zijn, vergaderen [garen, gaderen] [N 87 (1981)] III-3-1
vergeetachtig vergeetachtig: vergéétèèchtig (Gennep) zwak van geheugen, niet goed kunnende onthouden [vergetelijk, vergeetachtig] [N 85 (1981)] III-1-4