e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Gennep

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vliering vliering: vliering (Gennep) Verdieping boven een zolder, onder de pannen, meestal gebruikt als opslagruimte (vliering, scheerzolder, bovenzolder, hanezolder) [N 79 (1979)] III-2-1
vlinder kapel: mooie vlinder  kapɛl (Gennep), pannenlapper: pannelepper (Gennep), pannelĕpper (Gennep), panəlɛpər (Gennep) vlinder [SGV (1914)], [ZND 18G (1935)] || vlinder, pepel [RND] III-4-2
vlinderdasje nondejuke: nóndejuuke (Gennep) vrijgezellenstrik, vlinderdas III-1-3
vlo (enk.) vloon: vloon (Gennep) vloo [SGV (1914)] III-4-2
vlo (mv., fon.) vleun: vleun (Gennep) vlooien [SGV (1914)] III-4-2
vloed, hoogtij vloed: vloed (Gennep) vloed, wassen van het water van de zee en de toestand van hoog water [bovenwater, hoog tij] [N 81 (1980)] III-4-4
vloeibare ontlasting varkenszeik: vērkǝssęi̯k (Gennep) [N 76, 36; A 9, 24d] I-12
vloek vloek: vloek (Gennep) een uitdrukking die een verwensing, vooral een godslastering behelst [vloek, kneerp] [N 85 (1981)] III-3-1
vloeken vloeken: vloeke (Gennep), vloekə (Gennep) godslasterende woorden uitspreken [vloeken, parlesanten, godverren, nonnen, sjamfoeteren, bidden, sakken] [N 85 (1981)] || vloeken [SGV (1914)] III-3-1
vloer vloer: vlūr (Gennep) Zie voor het woordtype 'beleg' ook RhWb V, k. 301, s.v. 'Beleg': ø̄Fussboden aus Steinbelagø̄. Volgens Jongeneel (Heerlens Woordenboek, pag. 19) maakten de boeren uit de omgeving van Heerlen steenharde, waterdichte vloeren van zand, kalk of cement en kolensintels. [S 41; N 54, 128; monogr.; Vld.] II-9