| 24592 |
zwanebloem |
liest:
JK / nmaar vD: Zwanebloem?
liest (L164p Gennep)
|
waterlis
III-4-3
|
| 34036 |
zwartbonte koe |
zwartbonte koe:
zwartbōntǝ [koe] (L164p Gennep)
|
Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 126]
I-11
|
| 33481 |
zwarte bes |
zwarte beren:
mv: -en
zwarte béren (L164p Gennep),
WLD de zwarte soort De vrucht van een aalbessenstruik (bes, zembes, troskesbes, zeebes, bezing, aalbeer, miemer).
zwàrte béérə (L164p Gennep)
|
[DC 13 (1945)]zwarte aalbes [N 82 (1981)]
I-7
|
| 34039 |
zwarte koe |
zwarte koe:
zwartǝ [koe] (L164p Gennep)
|
Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 129]
I-11
|
| 34040 |
zwarte koe met geheel witte kop |
witkop:
wetkǫp (L164p Gennep)
|
[N 3A, 130a]
I-11
|
| 34041 |
zwarte koe met witte kop en zwarte vlekken om de ogen |
blaarkop:
blǭrkǫp (L164p Gennep)
|
[N 3A, 130b]
I-11
|
| 24286 |
zwarte kraai, kraai |
kraai:
krääj (L164p Gennep),
krèèj (L164p Gennep),
e lang
krĕj (L164p Gennep),
winterkraai:
weenterkrèèj (L164p Gennep),
wi.nterkrääj (L164p Gennep),
zaadzak:
zaodzak (L164p Gennep),
zwarte kraai:
zwarte krej (L164p Gennep)
|
Hoe heet de zwarte kraai? [DC 06 (1938)] || kraai [SGV (1914)] || kraai, zwarte en bonte ~ (47 als roek [076] zonder kale plek; veren niet zo slordig en met groenige glans; broedt eenzaam in bos; roep [korrr] [N 09 (1961)]
III-4-1
|
| 24287 |
zwarte mees |
meesje:
meeske (L164p Gennep)
|
zwarte mees (11 net een kleine koolmees [052], maar zonder gele kleur en zwarte buikstreep, wel met een witte nekplek; alleen in mast- en sparrenbossen; nest vaak in bodemgaatje; roep snel [tjietjai, tjietjai] [N 09 (1961)]
III-4-1
|
| 24865 |
zwarte nachtschade |
duivelskrallen:
duu.velskral (L164p Gennep)
|
nachtschadebes
III-4-3
|
| 24288 |
zwarte roodstaart |
roodstaartje:
roodstertje (L164p Gennep)
|
zwarte roodstaart (14 rood trilstaartje, man is van voren roetzwart en heeft wittige vleugelvlek; echte gebouwenvogel; broedt daar binnenin; roep driftig [wiet, wiet, tk, tk]; zang hoog vanaf gebouw [bi-bi-kchchchch...bu-bi-bi] [N 09 (1961)]
III-4-1
|