24306 |
brasem |
brassem:
bréssem (L164p Gennep),
WLD
brèssem (L164p Gennep)
|
brasem || Hoe noemt u de brasem: een zoet- en brak watervis die voorkomt in stilstaande tot traagstromende wateren. Het lichaam is hoog en zijdelings afgeplat. De buikvinnen staan achter de borstvinnen voor de rugvin. De anaalvin is sterk ingesneden. De bovenste he [N 83 (1981)]
III-4-2
|
33983 |
brede buikriem |
buikband:
byk˱bānt (L164p Gennep)
|
Riem die onder de buik van het paard wordt gespannen en aan de twee uiteinden van de berries wordt vastgemaakt. Hij zorgt ervoor dat het paard steviger tussen de berries staat en voorkomt dat de kar opkipt. Deze riem is breder dan de smalle buikriem opdat hij bij het opkippen van de kar niet in de buik van het paard zou snijden. [JG 1a, 1b, 1c, 2b, 2c; N 13, 73]
I-10
|
33692 |
brede landweg |
dreef:
drēf (L164p Gennep)
|
Brede landweg of een niet-openbare weg door bouw- of weiland. [N 5A, 75a; S 7; Wi 17; L 23, 31a; L 23, 31b; L 1a-m; L 40, 25; monogr.]
I-8
|
34080 |
brede tanden |
brede tanden:
brēi̯ tānt (L164p Gennep)
|
Blijvend gebit na de wisseling. [N 3A, 108c]
I-11
|
33138 |
breeddorser |
langdorser:
laŋdǫrsǝr (L164p Gennep)
|
Bij deze dorsmachine werden de schoven dwars, in de breedte, of, anders gezegd, overlangs, in de opening geschoven. Hier gebeurt het eigenlijke dorsen door een molen met latten of wellen. Wompes Pelzer is een Duits fabrikaat breeddorsers, dat nog door paardekracht werd voortbewogen. Zie afbeelding 12. [N 14, 6b; JG 1a, 1b; monogr.]
I-4
|
18786 |
breien |
breien:
breie (L164p Gennep)
|
breien [SGV (1914)]
III-1-3
|
26589 |
breken, snijden |
breken:
breken (L164p Gennep)
|
De bewerking die de graankorrel ondergaat op het snijvlak van de molensteen. Zie ook het lemma ɛbreken, plettenɛ. Het betreft daar het grof malen van haver met behulp van de haverpletter.' [N O, 36c; Vds 189]
II-3
|
24475 |
brem |
brem:
brèm (L164p Gennep)
|
brem
III-4-3
|
17804 |
brengen |
brengen:
brènge (L164p Gennep)
|
brengen [SGV (1914)]
III-1-2
|
18392 |
bretel |
galg:
b.v. Oopa zien galge zien a.ld én te wied. Zie ook afb. p. 69.
galge (L164p Gennep)
|
bretels
III-1-3
|