e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Gennep

Overzicht

Gevonden: 4879
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
breuk breuk: brēūk (Gennep) breuk [SGV (1914)] III-1-2
brevier brevier (<lat.): brevier (Gennep) brevier [SGV (1914)] III-3-3
brief brief: bri:f (Gennep), brīēf (Gennep) brief [RND], [SGV (1914)] III-3-1
briefkaart briefkaart: brĭĕfkaort (Gennep) de kaart waarop men tegen lager tarief dan voor brieven correspondentie kan voeren [briefkaart, brievenkaart, postkaart, kaartbrief] [N 90 (1982)] III-3-1
briket briket: briket (Gennep), eierkolen: eͅi̯ərkōͅlə (Gennep) (Langwerpig) stuk brandstof, geperst uit steenkool- of bruinkoolgruis, fijngemaakte turf of houtskool met water en leem vermengd (briket, kluit, slof) [N 79 (1979)] || eierkolen III-2-1
broeden speculeren over: spiekelie.r nów mar nie langer, gôt gewoon mit  spiekelie.re (Gennep), zie spiekelie.re  spikkelie.re (Gennep), uitbroeden: ŭŭtbroeiə (Gennep) ontwerpen, uitdenken, gezegd van bijv. een plan, een aanslag [beramen, braaien, broeden] [N 85 (1981)] || peinzen, uitdokteren III-1-4
broeden, op eieren zitten broeden: brui̯ǝ (Gennep) [N 19, 45; N 19, 44d; Vld.; S 5; L 1a-m; L 22, 22; JG 1a, 1b; monogr.] I-12
broedende kip op eieren broedse kip: brui̯sǝ kip (Gennep), kloek: kluk (Gennep) [N 19, 43a; JG 1a, 1b, 2c; L 14, 21; A 6, 1c; S 5; L B2, 320; monogr.] I-12
broeder broeder: bruur (Gennep) broeder [SGV (1914)] III-3-3
broeds kloeks: kluks (Gennep) Op de vraag "Wat zegt u tegen "broeds" in uw dialect?" antwoordt een aantal informanten met een omschrijving. Deze antwoorden vindt men terug onder de als werkwoord aangeduide woordtypen. [N 19, 43b; L 22, 22; S 5; monogr.] I-12