19116 |
chic |
betijtelijk?:
Wâ ziede gïj d¯r betietelek uut; mótte nor de kunnegin (mar.: comme "appetijtelijk"?)
betietelek (L164p Gennep)
|
sjiek
III-1-4
|
20821 |
chocolade |
chocolade:
sxoͅkəlōͅdə (L164p Gennep),
sxoͅkəlōͅt (L164p Gennep)
|
chocolade
III-2-3
|
20545 |
cichorei |
buisman:
sykərei̯ (L164p Gennep),
suikerij:
suikerij (L164p Gennep, ...
L164p Gennep),
suukerïj (L164p Gennep),
sŭŭkerei (L164p Gennep),
sŭŭkeri-j (L164p Gennep, ...
L164p Gennep)
|
cichorei [SGV (1914)] || cichorei; Hoe noemt U: Surrogaat of smaakverbeterend middel voor koffie gemaakt van de wortel van een bepaalde plant die gemalen en geroosterd wordt (cichorei, cikorei, suikerij, suikeraai, sekraai, bitter, Gemertse koffie) [N 80 (1980)]
I-7, III-2-3
|
22686 |
circus |
circus:
serkøs (L164p Gennep),
paardenspel:
Kóm mit, we gôn kie.ke, t pèèrdespul is ien de stad!
pèèrdespul (L164p Gennep)
|
Circus. || Een tent waarin allerlei artiesten optreden zoals clowns, dresseurs met hun dieren, akrobaten etc. [circus, sirk, paardenspel, hittenspel]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
25000 |
cirkel, kring |
cirkel:
sĭĕrkel (L164p Gennep),
kring:
kring (L164p Gennep, ...
L164p Gennep,
L164p Gennep),
ring:
ring (L164p Gennep)
|
cirkel [SGV (1914)] || de gesloten kromme lijn in een plat vak waarvan de punten alle op eenzelfde afstand liggen van één punt; het ingesloten vlak [kring, ring, cirkel] [N 91 (1982)] || een cirkelvormig voorwerp [ring, kring] [N 91 (1982)] || kring [SGV (1914)]
III-4-4
|
33476 |
cirkelvormig raam |
rond raam:
rōndǝ rām (L164p Gennep)
|
Een raam in de vorm van een cirkel, meestal aan de stallen. Vanwege de ronde vorm kunnen de benamingen gelijk zijn aan die voor (onbeglaasde) ventilatie-openingen in de muur of in het dak (zie het lemma "rond gat boven in de schuurgevel", 4.2.11). De meeste benamingen betreffen de vorm, sommige ook de functie (belichting en beluchting). [N 4, 52; N 4A, 38b]
I-6
|
31773 |
cirkelzaagmachine |
kreiszaag:
krē̜js˲zāx (L164p Gennep)
|
Zaagmachine met een cirkelvormig zaagblad. Het zaagblad is verticaal op een as onder de zaagtafel bevestigd en steekt er door een gleuf gedeeltelijk bovenuit. [N 53, 17; monogr.]
II-12
|
20793 |
citroen |
citroen:
sitrun (L164p Gennep)
|
citroen
III-2-3
|
24453 |
citroenvlinder |
citroenvlinder:
WLD
citroen-vlinder (L164p Gennep)
|
Hoe noemt u de vlinder waarvan bij het mannetje de vleugels citroengeel zijn en bij het wijfje witachtig groen met een oranje middelpunt (citroentje) [N 83 (1981)]
III-4-2
|
24406 |
cocon |
pop:
WLD
pop (L164p Gennep)
|
Hoe noemt u een vlinder in omhulsel [N 83 (1981)]
III-4-2
|