19640 |
de was blauwen |
(de) was blauwselen:
de was blouwsele (L164p Gennep)
|
blauwen [de wasch ~ ] [SGV (1914)]
III-2-1
|
19681 |
de was bleken |
bleken:
bleike (L164p Gennep),
blēͅkə (L164p Gennep)
|
bleken || het bleken van wasgoed in de zon op een grasveld [DC 15 (1947)]
III-2-1
|
19716 |
de was doen |
wassen:
wasə (L164p Gennep)
|
wassen
III-2-1
|
19785 |
de was invochten |
invochten:
ienvochten (L164p Gennep),
’i.nvoxtə (L164p Gennep)
|
het vochtig maken van strijkgoed [DC 28 (1956)]
III-2-1
|
19440 |
de was mangelen |
gladmaken:
glad maken (L164p Gennep),
mangelen:
mangelen (L164p Gennep)
|
De was glad maken d.m.v. een mangel (mangelen, wringen) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
19437 |
de was spoelen |
spoelen:
spoelen (L164p Gennep),
spŭŭlle (L164p Gennep)
|
spoelen [SGV (1914)] || Zeep verwijderen uit kledingstukken door ze heen en weer te bewegen in een vloeistof (spoelen, plodderen) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
19643 |
de was stijfselen |
stijven:
stīvə (L164p Gennep)
|
stijven
III-2-1
|
19438 |
de was wringen |
wringen:
wringen (L164p Gennep)
|
Het water uit wasgoed drijven (wringen) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
23470 |
de zondag inluiden |
de zondag inluiden:
də zoͅndax inlø͂ͅjə (L164p Gennep)
|
Het luiden van de klokken op zaterdagavond na het angelus [zondag luiden, de zondag inluiden?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
25312 |
decimeter, maat van 10 cm |
decimeter:
decimééter (L164p Gennep)
|
de maat die een lengte van 10 cm aangeeft, 1/10 deel van een meter [sol, palm, decimeter] [N 91 (1982)]
III-4-4
|