e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Geulle

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
middagdutje doen (b) even liggen: effe ligge (Geulle) Dut: lichte of korte slaap (dut, hazeslaap, buts, slaapje, mufs, toer). [N 84 (1981)] III-1-2
middagmaal middag, de -: middəg (Geulle), middageten: avond  middigäete (Geulle), warm eten: avond  werm äete (Geulle) maaltijden; Hoe noemt U: Namen voor de verschillende maaltijden, afhankelijk van de tijd van de dag, eventueel van het jaar [N 80 (1980)] || namen en uren van de dagelijkse maaltijden: 12 uur [ZND 18G (1935)] III-2-3
middelvinger middelvinger: middelvinger (Geulle) Middelvinger: de middelste, langste vinger (middelvinger, langelierboom, langeman). [N 84 (1981)] III-1-1
middenpad middenpad: middepaad (Geulle) De hoofdgang, de middengang van de kerk [middenpad?]. [N 96A (1989)] III-3-3
middenregel middendorpel: medǝdørpǝl (Geulle) Elk van de horizontale planken tussen de onder- en bovenregel van de vergaring van een paneeldeur. [N 55, 26e; monogr.] II-9
middenrif middelrif: middelrif (Geulle) Middenrif: spierachtig vlies tussen borst- en buikholte (rand, middelrif, middelvlies). [N 84 (1981)] III-1-1
middenschip middenschip: middesjeep (Geulle) De hoofdruimte, de grote middelruimte van een kerkgebouw [schip, langschip, middenschip, middelsjeep?]. [N 96A (1989)] III-3-3
mier aamzeik: aomzeik (Geulle) mier [zeikdemp(el), -lem, -meik, -diem, -worm, -mier, moer-, muurzeiker, aomzeiksel, aomezeik] [N 26 (1964)] III-4-2
mierenei amezeikeneitje: aomzeike.eike (Geulle) mierenei [zeekmoejerseike] [N 26 (1964)] III-4-2
mierenhoop aamzeikennest: aomzeike-nis (Geulle) mierennest [zeekmoejersnest] [N 26 (1964)] III-4-2