e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Geulle

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
nummeren nommeren: nomǝrǝ (Geulle) De treden en de daarmee overeenkomende nesten in de spil een nummer geven om de constructie gemakkelijk in elkaar te kunnen zetten. [N 55, 98] II-9
obstakel ongerief: ongereef (Geulle) iets dat het tot een einde brengen van een handeling in de weg staat [ongerief, mishand] [N 85 (1981)] III-1-4
ochtend (vanmorgen de tijdsduur van het aanbreken van de dag tot 12 uur s middags [morgend, morgen, voornoen, ochtend]: mörrege (Geulle) s morgens) [N 91 (1982)] III-4-4
oever kant: de kant (Geulle), kant (Geulle), oever: den oever (Geulle), overe (Geulle) oever [DC 02 (1932)] || oever, zoom van het land aan elk van de beide zijden van het water van een rivier, meer enz [kant, wal] [N 81 (1980)] III-4-4
offerande offerande (<fr.): offerande (Geulle) De offerande, het offertorium [offeróng?]. [N 96B (1989)] III-3-3
offerblok offerblok: offerblok (Geulle), offerstok: offerstok (Geulle) Het metalen (vroeger houten) kastje, aangebracht bij de kerkuitgan(en) en/of bij een heiligenbeeld, waarin men geld kan deponeren [godsblik, offerstok, offerblok, offerbus, offerkist?]. [N 96A (1989)] III-3-3
ogenblikje, korte tijd, eventjes ogenblik: augeblik (Geulle), ogenblikje: ougenblikske (Geulle), tijdje: tiedsje (Geulle) een korte tijdsruimte [poosje, end, scheut, stoot, rek, kortje, hortje, kutske, rande] [N 91 (1982)] || ogenblikje [DC 03 (1934)] III-4-4
oksaal oksaal: oksaol (Geulle) Het oksaal, de galerij boven het kerkportaal, waar het orgel staat en het zangkoor zingt [oksaal oksaol, koor, zangerskoor, zangzolder?]. [N 96A (1989)] III-3-3
olie olie: olie (Geulle) olie; Hoe noemt U: De vette vloeistof die b.v. gebruikt wordt bij het aanmaken van sla of het braden van vlees (smout, olie) [N 80 (1980)] III-2-3
omarmen snappen: sjnappe (Geulle), vastsnappen: vassjnappe (Geulle) omvatten, Met gestrekte armen ~ (vademen, omvademen, spannen, omarmen). [N 84 (1981)] III-1-2