e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Geulle

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
paardetuig paardsgetuig: paardsgetuig (Geulle) De naam voor het paardetuig in het algemeen. [JG 1a, 1b; N 13, 80; monogr.] I-10
paardsknecht, eerste knecht paardsknecht: pɛ̄š[knecht] (Geulle) Bij grote bedrijven was er vaak een eerste en een tweede paardsknecht; de eerste ploegde, egde, enz.; de tweede deed meer het vuile werk: mest rijden, stallen schoonmaken enz. (L 322). Voor de fonetische documentatie van het woord (knecht) zie het lemma "knecht, algemeen" (1.3.12). [N M, 1a; monogr.] I-6
paaseieren zoeken eieren zoeken: eierzeuke (Geulle) Spelletjes met eieren met Pasen. [N 88 (1982)] III-3-2
paaslammetje paaslammetje: pǭslɛmkǝ (Geulle) Een lam dat met Pasen, als het ongeveer 9 weken oud is, geslacht wordt. [N 70, 5] I-12
pacht? bankenpacht: bankepach (Geulle) pacht, het bedrag dat men jaarlijks betaalt, b.v. voor een bank in de kerk [de paacht?] [N 21 (1963)] III-3-1
pachten pachten: pachte (Geulle) pachten [werkwoord] [paachte?] [N 21 (1963)] III-3-1
pad kroddel: kroddel (Geulle) pad [DC 07 (1939)] III-4-2
pad, paadje baan, baantje: baan (Geulle), pad, paadje: paad (Geulle) een weggetje gemaakt door de voetstappen van mensen of dieren (zandbaan, pad, weg, weggel, wegeling) [N 90 (1982)] III-3-1
pak slaag pak rammel: e pak rammel gève (Geulle), pak rammel (Geulle), slaag: sjlèg (Geulle) Pak slaag (tek, travans, streep, smeer, batter, roefel, kiffel, pek). [N 84 (1981)] || pak slaag geven (batteren, foeksen, foempen, juinen, kletsen, naaien, peren, rossen, smeren, vegen). [N 84 (1981)] III-1-2
pak, kostuum montuur (<fr.): montoer (Geulle), pak: pak (Geulle) kostuum of pak voor mannen en jongens [pak, montoer, monteering, antsoch, kloeft] [N 23 (1964)] III-1-3