e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Geulle

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
predikant predikant (<lat.): predikant (Geulle) De predikant, prediker, degene die de preek houdt. [N 96B (1989)] III-3-3
preek preek: praek (Geulle) De predikatie, de preek [preek, prèèk, preëdich?]. [N 96B (1989)] III-3-3
preekstoel preekstoel: praekstool (Geulle) De preekstoel [preek-, prèèk-, predichsjtool?]. [N 96A (1989)] III-3-3
prei poor: poor (Geulle), mv. spierder poor  poor (Geulle) [DC 13 (1945)] I-7
preken preken: praeke (Geulle) Preken, prediken [preeke, prèèke, preëdieje?]. [N 96B (1989)] III-3-3
prent(je) plaat(je): plɛ̄tsjə (Geulle), prent(je): preͅntsjə (Geulle) Een plaatje, prentje, afbeelding [beeldeke]. [N 90 (1982)] III-3-2
prentbriefkaart briefkaart: breefkaart (Geulle) een briefkaart waarop aan een zijde een afbeelding is afgedrukt [prentbriefkaart, zichtkaart, kaartbrief] [N 90 (1982)] III-3-1
pret, schik lol: lol (Geulle), plezier: plezeer (Geulle), spa (du.): sjpas (Geulle) een gevoel van vrolijkheid en blijdschap waaraan men duidelijk uiting geeft [plezier, pret, lol, schik] [N 85 (1981)] III-1-4
pretmaker spa-maker (< du.): sjpasmäker (Geulle) de persoon die altijd zorgt voor vrolijkheid en pret [pallieter, kadul] [N 85 (1981)] III-1-4
preuts preuts: preuts (Geulle) preuts; overzedig, gemaakt eerbaar [preuts, prude] [N 86 (1981)] III-2-2