e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Geulle

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
royaal royaal (<fr.): ri-jaal (Geulle) royaal [DC 02 (1932)] III-3-1
rozenbottel haasgebeks: haasgebeks (Geulle) rozebottel III-4-3
rozenhoedje rozenkrans: de roizekrans baeje (Geulle) Een Rozenhoedje (waarbij men 1 maal het bidsnoer langs gaat). [N 96B (1989)] III-3-3
rozenkrans noster: noster (Geulle) De rozenkrans, het bidsnoer [bid-vr-ons?]. [N 96B (1989)] III-3-3
rozenkransmaand rozenkransmaand: roizekransmaojnd (Geulle) De Rozenkransmaand (d.w.z. oktober). [N 96B (1989)] III-3-3
rozijn rozijn: rezien (Geulle) Een gedroogde druif (rozijn, serzijn). [N 82 (1981)] III-2-3
rug rug: rök (Geulle), rük (Geulle) rug [DC 01 (1931)] III-1-1
ruige mest ruwe mest: rū(u̯)ǝ [mest] (Geulle) Ruige mest is mest die pas uit de stal is gekomen en daarom nog onverteerd stro bevat. Deze mest vormt aanvankelijk de boven- of buitenlaag van de mesthoop, die o.i.v. zon en wind gemakkelijk verdroogt. Hij heeft daarom ook (nog) niet de kwaliteit van de in het vorige lemma bedoelde mest, die langer en dieper in de mesthoop heeft gezeten. De plaatselijke varianten van [mest [N M, 10b; N 11, 27 add.; N 11A, 4b; JG 1a + 1b add.; div.] I-1
ruiken ruiken: Tans, J.G.H., Isoglossen rond Maastricht in de dialecten van Belgisch en Nederlandsch Zuid-Limburg. Maastricht, uitg. Van Aelst, 1938. 246 pp.  y, y: (Geulle) ruiken III-1-1
ruilen (als spel) ruilen: ruille (Geulle) Het spel waarbij men voorwerpen met elkaar ruilt [ruilen, koetelen, tuilen, toesen, tuisen, mangelen, tuitelen, paarden]. [N 88 (1982)] III-3-2