id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
18014 | stikken | naaien: niǝ (Geulle), stikken: stekǝ (Geulle), stikke (Geulle) | Het door middel van een draad aan elkaar bevestigen van twee stukken leer. Volgens de informanten wordt de term naaien gebezigd voor het vroegere handwerk (L 163a, Q 112a) en stikken voor het latere machinale werk (L 163a, Q 18 en Q 112a). [N 60, 54a; N 60, 239] || Stikken, sterven door ademgebrek (stikken). [N 84 (1981)] II-10, III-1-2 |
25212 | stille regen | zachte regen: eine zachte raege (Geulle) | stille regen (vooral met sneeuw) [slek] [N 81 (1980)] III-4-4 |
17738 | stinken | stinken: sjtinke (Geulle), vies ruiken: vies ruuke (Geulle) | Stinken: een vieze reuk van zich geven (stinken, rieken, ruiken, muffen, dassen). [N 84 (1981)] III-1-1 |
19659 | stofblik | blik: bleek (Geulle), bleek en handbeustel (Geulle), blik (Geulle), stoffer en blik (Geulle) | stofblik [DC 15 (1947)] || stoffer en blik samen [DC 15 (1947)] III-2-1 |
30248 | stofdorpel | stofdorpel: staf˱dørpǝl (Geulle) | Extra dorpelstuk uit eikehout, dat soms op de onderdorpel van een binnendeurkozijn wordt aangebracht. [N 55, 9a] II-9 |
18357 | stoffen pantoffel | slof: sloffe (Geulle) | sloffen, stoffen pantoffels met slappe zool [N 24 (1964)] III-1-3 |
20033 | stokroos | stokroos: stokrwas (Geulle) | stokroos (althea rosea L.) [N 92 (1982)] III-2-1 |
18683 | stola | stool (<lat.): stool (Geulle) | De stola, de stool. [N 96B (1989)] III-3-3 |
23446 | stolp over een heiligenbeeld | stolp: stölp (Geulle) | Een stolp of stulp, een klokvormig glas over een kruis- of heiligenbeeld. [N 96B (1989)] III-3-3 |
30324 | stolpnaald | stolpnaald: stǫlǝpnǭlj (Geulle) | Naald die wordt gebruikt bij dubbele balkon- en verandadeuren en dubbele draairamen die gelijktijdig dienen te worden open- en dichtgetrokken. De stolpnaald is aan één zijde holrond uitgeschaafd. De stijl van de bijpassende vleugel is bolrond geschaafd zodat deze precies in de gleuf van de stolpnaald past. Deze sluiting is bijna volledig winddicht. Onder in de stolpnaald bevond zich volgens de invuller uit L 387 een van een waterhol voorzien profiellijstje dat 'kikker' ('kekǝr') werd genoemd. [N 55, 48] II-9 |