e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Geulle

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
straalkanker straalkanker: strǭlkaŋkǝr (Geulle) Straal- of hoefkanker is een kwaadaardige woekering in de hoorn van de straal of zoolhoefwand. Deze wordt week en rot en er ontstaan rode, licht bloedende tepeltjes of wratten, die een roodachtig, stinkend vocht afgeven. Uiteindelijk raakt de hele hoefschoen ondermijnd. Kanker komt bij een paard voornamelijk in de hoef voor. De ziekte is ongeneeslijk. Vgl. het lemma ''rotstraal'' (7.19). Zie afbeelding 23. [A 48A, 19; N 52, 32d en 90l] I-9
straat straat: straot (Geulle) straat [DC 02 (1932)] III-3-1
straatbezem straatbezem: Zie tekening: 3 (rechts)  straotbessem (Geulle) bezem (soorten) [DC 15 (1947)] III-2-1
straatgoot beek: bèèk (Geulle) een geul langs de weg waarlangs afvalwater kan wegstromen [N 90 (1982)] III-3-1
strek strek: strek (Geulle) De lange smalle zijde van een metselsteen. Zie ook afb. 30. [N 31, 17b; N 98, 173; monogr.] II-8
strekkenlaag streklaag: streklǭx (Geulle) Laag in lengterichting liggende bakstenen. Zie ook het lemma 'Strek' in wld ii.8, pag. 75 en afb. 41. [N 31, 23a; monogr.] II-9
stremsel stremsel: stręmsǝl (Geulle) Het zuur dat bij de melk wordt gevoegd om het te laten stollen. [A 7, 26; N 3E (II] I-11
streng streng: sjtram (Geulle), sjtreng (Geulle) niet toegevend, weinig vrijheid veroorlovend, stipt oordelend volgens wet of voorschrift [strak, streng, hard] [N 85 (1981)] III-1-4
strengen klinken: klɛŋkǝ (Geulle) Aanvulling van het lemma strengen in wld I.10: kettingen of touwen waarmee een paard de kar of wagen trekt. [N 17, 26; N 5A II, 59c; monogr.] I-13
strepen maken op het deegbrood tekenen: tęjkǝnǝ (Geulle) Met een mes of iets dergelijks strepen trekken op het deegbrood. Zie afb. 21. [N 29, 43; monogr.] II-1