29894 |
verbeterde pan |
muldenpan:
møldǝpan (Q018p Geulle)
|
Algemene benaming voor een dakpan die voorzien is van zijsluitingen. Volgens de invuller uit Q 95 was de verbeterde dakpan geribbeld (g\røb\lt) van vorm. In L 360 was de pan voorzien van een sluiting (sløjte!), in Q 3 van een dobbelsluiting (dǫb\lslǫwte!). [N 32, 44b; monogr.]
II-8
|
18159 |
verbinden van een wonde |
verbinden:
verbinge (Q018p Geulle)
|
verbinden: Een wond verbinden (banden, verbinden, zwachtelen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
25618 |
verbranden |
aanbranden:
aangebrand (Q018p Geulle)
|
Bij een te hoge oventemperatuur zal de korst, speciaal de bovenkorst, verkolen. [N 29, 66a; monogr.]
II-1
|
18940 |
verbruien |
mislukken:
mislökke (Q018p Geulle),
pech hebben:
pech höbbe (Q018p Geulle),
verknoeien:
verknawje (Q018p Geulle),
verpesten:
verpeste (Q018p Geulle)
|
door onoordeelkundige handeling of aanpak bederven [verpeuteren, verbruien, verknoeien] [N 85 (1981)] || er niet in slagen iets tot een goed einde te brengen, geen succes hebben [slip slaan] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
17932 |
verdacht rondlopen |
sluipen:
? sluupe (Q018p Geulle)
|
Rondzwerven met kwaad in de zin (schuipen, rallen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
21798 |
verdachte zaak |
verdacht:
verdach (Q018p Geulle),
zaak die niet klopt:
⁄n zaak die neet klop (Q018p Geulle)
|
een verdachte zaak, een zaak waarvan vermoed wordt dat die niet helemaal pluis is [koetel] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
21796 |
verdenken / verdenking? |
verdenken:
verdènke (Q018p Geulle)
|
het vermoeden dat iemand iets verkeerds gedaan heeft [verdenking, persons, perzonsie] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
21889 |
verdienen |
verdienen:
verdeene (Q018p Geulle)
|
geld verdienen [bladen] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
30174 |
verdiept voegen |
terugvoegen:
trøk˲vōgǝ (Q018p Geulle)
|
Terugliggende voegen aanbrengen. [N 32, 34b]
II-9
|
24634 |
verdord |
droog:
drweg (Q018p Geulle)
|
Uitgedroogd, dood, gezegd van planten en plantendelen (dor, verpieterd). [N 82 (1981)]
III-4-3
|