e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Geulle

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vrouwelijke hond, teef teef: teeëf (Geulle) teef: een vrouwelijke hond [GV K (1935)] III-2-1
vrouwelijke kalkoen schroethen: šrūthen (Geulle) [A 6, 3b; L 1, 113; monogr.] I-12
vrouwelijke kat poes: poes (Geulle) Hoe noemt u een vrouwelijke kat (moederkat, kattin, poes) [N 83 (1981)] III-2-1
vrouwelijke kip hen: hen (Geulle) De hen is het wijfje van het tamme huishoen. [N 19, 37; Wi 13; Wi 14; Wi 17; NE II, 10; Gwn 5, 14; A 11, 1c; A6, 1b; L 6, 20a; L 22, 22; L 28, 35; L 42, 5; L 33, 20; L 34, 12; L 34, 13; JG 1a, 1b; S 14; L 1a-m; Vld.; monogr.] I-12
vrouwelijke vis kuit: koet (Geulle) Hoe noemt u een vrouwelijke vis (kuiter, kuitvis, moedervis, kuit) [N 83 (1981)] III-4-2
vrouwenkant epistelkant: epistelkant (Geulle) De rechterhelft van de kerk, het gedeelte rechts van het middenpad, dat bestemd was voor de vrouwen [epistelkant, vrouwenkant, vrouwliekant?]. [N 96A (1989)] III-3-3
vrouwenkleren vrouwluikleren: vrouwluukleijer (Geulle) vrouwenkleren [t vrouwendinge, de schörte] [N 23 (1964)] III-1-3
vruchtgebruik bij leven: bie lèève (Geulle) het recht om levenslang gebruik te maken van een anders goed [tocht, bij leven] [N 89 (1982)] III-3-1
vuil waterx luter: luter zedepwater cf III.2.1, waswater  läöëter (Geulle), nut water: nöt water (Geulle), vies water: vies water (Geulle), vuil waswater: voel wesjwater (Geulle) vuil water [mooswater, getwater] [N 81 (1980)] III-4-4
vuistslag op de rug dof: dof (Geulle) Een slag met de vuist op iemands rug [druts, does, dof]. [N 88 (1982)] III-3-2