21172 |
dam |
dam:
dam (Q018p Geulle)
|
de in en dwars over een water opgeworpen wal die dient om het water te keren, de stroom te leiden of te verdelen (dam, menuët) [N 90 (1982)]
III-3-1
|
18706 |
damesblouse |
bloes:
bloes (Q018p Geulle)
|
damesblouse, te dragen bij een rok [bloes, stelsel, jak, beskien, kazevek] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18207 |
dameskous? |
hoos:
Anna höbs te ei paar nu haoze (Q018p Geulle),
Anna, hübs te ei paar nuj hause (Q018p Geulle),
Annam hübs dich e paar nu hoazen? (Q018p Geulle)
|
Anna, heb je een paar nieuwe kousen? [DC 14A (1946)]
III-1-3
|
24984 |
damp, stoom |
zwaam:
zwaam (Q018p Geulle)
|
damp van kokend water [DC 28 (1956)]
III-4-4
|
17805 |
dansen |
dansen:
dansǝ (Q018p Geulle)
|
Gezegd van een schaaf waarvan de schaafbeitel niet goed is ingesteld. [N 53, 117]
II-12
|
28402 |
dar |
dar:
dar (Q018p Geulle),
dreen:
drēn (Q018p Geulle)
|
Het mannelijk dier in het bijenvolk. De dar is geboren uit een onbevruchte eicel. In de bijenwoning doet hij niets anders dan eten. Zijn enige functie is het helpen warm houden van het broed door zijn aanwezigheid. Onmisbaar zijn de darren voor de bevruchting van de jonge koningin. Na de paring sterft de dar. De darren worden in mei of vlak daarna geboren. Als het bijenjaar ten einde spoedt, in augustus of september, worden de darren verdreven door de werksters en sterven zij. De dar heeft geen angel. Voor het woorddeel (-bij) leest men de woordtypen bij/bie en bien. In welke plaatsen deze woordtypen respectievelijk voorkomen, ziet men in het lemma Bij. Voor de fonetische documentatie ervan wordt ook verwezen naar het lemma Bij. [N 63, 12c; S 3; L 1a-m; JG 1a + 1b; JG 2b-5, 2; R 3, 42; A 9, 2; Ge 37, 2; monogr.]
II-6
|
17702 |
darm |
darm:
derm (Q018p Geulle)
|
darm [DC 02 (1932)]
III-1-1
|
25435 |
darmen |
dikke darm:
dekǝdɛrm (Q018p Geulle),
dunne darm:
%%meervoud%%
døn dɛrm (Q018p Geulle),
kromme darm:
%%meervoud%%
krom dɛrm (Q018p Geulle)
|
In dit lemma zijn geïnventariseerd de benamingen voor verschillende darmsoorten. Exact uitsplitsen van de benamingen die alleen op darmsoorten van het varken of op die van het rund duiden, was niet goed mogelijk. Men mag er echter van uitgaan dat een groot aantal benamingen van toepassing is zowel op de darmen van het rund als op die van het varken. In het lemma is een splitsing aangebracht tussen de algemene benamingen voor darmen en de benamingen voor de verschillende soorten. [N 28, 86; monogr.]
II-1
|
25452 |
darmen schoonmaken |
darmen slijmen:
[darmen] slimǝ (Q018p Geulle)
|
De darmen die als omhulsel voor de worst gebruikt worden, worden eerst leeggeperst. Daarna worden ze verder schoongemaakt door ze binnenste buiten te keren en ze met al dan niet zout water af te wassen, of door het resterende vuil weg te krabben. Meestal worden de darmen vervolgens uitgekookt. Het object "darmen" is niet fonetisch gedocumenteerd. [N 28, 117; monogr.]
II-1
|
21084 |
darmvet |
net:
nęt (Q018p Geulle)
|
Het vet dat om de ingewanden zit, het bindweefsel. [N 28, 79; monogr.]
II-1
|