e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Geulle

Overzicht

Gevonden: 4139
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
flensje pannenkoekje: pannekeukske (Geulle) flensje; Hoe noemt U: Een dun pannekoekje, een flensje (struifje, koekje, flensje, broedertje) [N 80 (1980)] III-2-3
flets flets: flets (Geulle), pips: pips (Geulle) Flets: ongezond bleek of vaal van gelaatskleur (flets, geeps, kwips, pips). [N 84 (1981)] III-1-2
flink; flinke persoon flink: flink (Geulle), van wanten weten: van wante weite (Geulle) geneigd om flink aan te pakken, om stevig door te werken [hel, flink] [N 85 (1981)] III-1-4
fluisteren piezewieten: pissjewitten (Geulle) fluisteren [DC 16 (1948)] III-3-1
fonkelen, flonkeren fonkelen: fonkelle (Geulle) levendig, maar niet onrustig stralen of glanzen, warm schitteren [sprietelen, fonkelen, flonkeren] [N 91 (1982)] III-4-4
fooi fooi: fooi (Geulle) de gift in geld aan iemand die een dienst verleend heeft (vanwege zijn beroep) [fooi, pree, drinkgeld] [N 89 (1982)] III-3-1
forsgebouwde koe zware koe: zwǭr kō (Geulle) [N 3A, 141a] I-11
framboos framboos: framboas (Geulle), framboizen (Geulle), mv: -ze  framboaze (Geulle) [DC 13 (1945)] I-7
freesmachine frees: frēs (Geulle) Machine, bestaande uit een metalen frame waarop een verticale as is aangebracht die voorzien is van een aantal beiteltjes. Met de freesmachine kunnen inkervingen in het hout worden aangebracht. Ze wordt ook gebruikt om bepaalde profielen in het hout aan te brengen en is dan vaak de vervanger van de profielschaven. Zie ook afb. 56. [N 53, 86a; monogr.] II-12
frezer frezer: frēsǝr (Geulle) De man die de freesmachnie bedient. [N 53, 175c] II-12