e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L214a plaats=Geysteren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
roep- en lokwoord voor de eend poele: pulǝ (Geysteren), wiele, wiele, wiele: wilǝ, wilǝ, wilǝ (Geysteren), wiet, wiet, wiet: wit, wit, wit (Geysteren), woele, woele, woele: wulǝ, wulǝ, wulǝ (Geysteren) [L 18, 2; L B2, 259b; GV 2, 2k; VC 14, 2r -r-; Vld.; N 19, 74, Q 111 add.; A 6, Q 36 add.; monogr.] I-12
roep- en lokwoord voor de gans poel: pul (Geysteren), wiele, wiele, wiel: wilǝ, wilǝ, wil (Geysteren) Naast het roepen van namen kan men de ganzen ook lokken door met de tong te klakken of te fluiten. [VC 14, 2p -r-; L 47, 9d; A 6, 6] I-12
roep- en lokwoord voor de jonge gans poel: pul (Geysteren) [VC 14, 2q (r] I-12
roep- en lokwoord voor de kip tuut: tyt (Geysteren), tuut, tuut, tuut: tyt, tyt, tyt (Geysteren) Naast de verschillende roepwoorden kan men de kippen ook lokken door een zuigend klappend geluid te maken met de tong tegen de tanden (P 176 (Sint-Truiden)) of door te fluiten (Q 2 (Hasselt)). [N 19, 44a; L 47, 9a; A 6, 2b; A 6, 2a; VC 14, 2n -r-; Vld.; L B2, 259a; monogr.] I-12
roep- en lokwoord voor de koe kuus: kys (Geysteren) Men roept de koe naast de algemene benamingen koe, muk enzovoorts ook met het noemen van de kleur, b.v. zwarte en met een eigennaam als Lies en Berta. [N C, 16; VC 14, 2a (r] I-11
roep- en lokwoord voor een big kier: ker (Geysteren), kier, kier, kier: kir, kir, kir (Geysteren) Roep- en lokwoord voor een big. Iets roepen kan ook vervangen worden door een smakkend geluid te maken of door te klakken met de tong. [N 19, 11b; VC 14, 2d r; monogr.] I-12
roep- en lokwoord voor het kalf muk: møk (Geysteren) Met kan een kalf roepen met de algemene benamingen kalf, kalfje, muk enzovoorts, met eigennamen als Liesje, met klanknabootsingen of eventueel met het rammelen van melkemmers. [N C, 17; VC 14, 2b (r] I-11
roep- en lokwoord voor het kuiken kip: kip (Geysteren), kip, kip, kip: kip, kip, kip (Geysteren) [N 19, 44b; A 6, 2c; L 47, 9b; VC 12 2o -r-; monogr.] I-12
roep- en lokwoord voor het varken kuus, kuus: kus, kus (Geysteren) In plaats van kuus roepen klakt men ook wel met de tong. [N 19, 11a; VC 14, 2c (r] I-12
roepwoord voor de geit sik: sek (Geysteren) [N 19, 74e; VC 14, 2l r; L B2, 259e -263-; monogr.; N C, Q 111 add.] I-12