e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Geysteren

Overzicht

Gevonden: 1782
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
motor moter: motər (Geysteren) motor [RND] III-3-1
mug knozel: knozel (Geysteren), mug: mug (Geysteren) mug || steekmug [DC 18 (1950)] III-4-2
muik muik: moͅi̯ək (Geysteren), muək (Geysteren) meuk, bewaarplaats in het hooi om fruit te laten rijpen: kinderen hadden zon moeëk III-2-3
muilband, bovenste band van de schoof kruisband: krȳs[band] (Geysteren) Zie de toelichting bij het lemma ''garveband'' (4.6.9). Zie voor de fonetische documentatie van het woord(deel) band het lemma ''garveband'' (4.6.9). [N 15, 22b; monogr.; add. uit JG 1b] I-4
muis muis: mōēs (Geysteren) muis III-4-2
muizen muizen: mōēze (Geysteren, ... ) muizen (ww) III-2-1
mulle grond papzand: papzand (Geysteren) Droge losse grond, zonder kluiten. [N 27, 37a; monogr.] I-8
muts: algemeen kips: WNT: kips (I), (vrouwen)hoed of (mans- of jongens)pet.  kips (Geysteren), muts: møts (Geysteren) pet, muts, klak [RND] III-1-3
muur muur: mȳr (Geysteren) Uit diverse materialen, bijvoorbeeld baksteen of beton, opgetrokken bouwwerk ter afscheiding of ter ondersteuning. In dit en de volgende lemmata wordt onder een 'muur' vooral een uit bakstenen samengestelde afscheiding verstaan. Het woord 'wand' wordt in het onderzoeksgebied meestal gebruikt voor een uit verticale en horizontale balken samengestelde muur die vervolgens met vlechtwerk of metselwerk wordt opgevuld. Zie ook de paragraaf over het vak- en vlechtwerk. Worden in een gebouw een of meer kelders aangebracht, dan worden de muren die de kelder omsluiten geheel van harde metselsteen en waterdichte mortel opgetrokken. Een muur die boven de grond wordt opgemetseld, noemt men een 'opgaande muur'. Bij de muren van gebouwen onderscheidt men buiten- en binnenmuren en de voor-, zij- en achtergevel, de muren die respectievelijk de voorzijde, de zijkant en de achterzijde van het bouwwerk vormen. [N 31, 32a; S 25; L 1 a-m; L 6, 41b; L 12, 5; monogr.; Vld] II-9
muurbloem stankviool: -  stankviool (Geysteren) muurbloem [DC 17 (1949)] III-4-3